Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen periode op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Corinne Kuipers, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Twee bestuurders zijn door het hof veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de curator wegens selectieve betaling op grond van artikel 6:162 BW, een zogenoemde Peeters/Gatzen-vordering. Beide bestuurders gaan in cassatie, omdat zij menen dat het hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden. De curator zou slechts onrechtmatig handelen jegens de vennootschap aan zijn vordering ten grondslag hebben gelegd en niet onrechtmatig handelen jegens de gezamenlijke schuldeisers. De Hoge Raad laat het oordeel van het hof in stand. Volgens de Hoge Raad had het hof uit de stellingen van de curator mogen afleiden dat hij met zijn vordering de boedel wilde herstellen en het te ontvangen bedrag wilde verdelen onder de schuldeisers en daarmee onmiskenbaar de bedoeling had het belang van de schuldeisers te behartigen. 23-06-2023
- Hoge Raad Een curator heeft een aantal (middellijk) bestuurders aansprakelijk gesteld op grond van artikel 2:248 BW. De curator stelt onder meer dat de boekhoudplicht is geschonden. De bestuurders hebben gesteld dat de curator kon beschikken over de volledige administratie. Het hof ’s-Hertogenbosch heeft zich aangesloten bij deze stelling. De advocaat van de bestuurders zou de curator erop hebben gewezen dat hij over de hele administratie zou beschikken en de curator heeft daarop niet gereageerd. Het hof wijst de vordering van de curator af. De Hoge Raad casseert de uitspraak van het hof in verband met een motiveringsgebrek, omdat uit de gedingstukken volgt dat de curator gemotiveerd heeft betoogd dat de administratie die hij had ontvangen niet volledig was. 16-06-2023
- Hoge Raad Deze zaak betreft een cassatieberoep tegen de tussenbeschikking van de OK in een schadeloosstellingsprocedure op grond van artikel 3:159ab lid 1 Wft (oud). In die tussenbeschikking gelast de OK een deskundigenbericht op basis waarvan moet worden vastgesteld wat de waarde van de aandelen van de gedwongen verkochte vennootschap is op de door de OK vastgestelde peildatum, als sprake zou zijn van een vrijwillige overname. Om te voorkomen dat het deskundigenbericht zal berusten op uitgangspunten die achteraf niet juist blijken te zijn, biedt de OK de mogelijkheid om aanstonds cassatieberoep in te stellen tegen de tussenbeschikking. Partijen maken daarvan gebruik en stellen principaal respectievelijk incidenteel cassatieberoep in. Beide cassatieberoepen worden, in lijn met de conclusie van A-G Assink, verworpen. 02-06-2023
Hof
- Gerechtshof Den Haag De aandeelhouders van een besloten vennootschap hebben een aandeelhoudersovereenkomst gesloten met daarin onder meer een aanbiedingsplicht, een bad leaver bepaling en een non-concurrentiebeding. Nadat de vennootschap de managementovereenkomst met één van de aandeelhouders heeft opgezegd, vordert een andere aandeelhouder dat de aandeelhouder wiens managementovereenkomst is opgezegd zijn aandelen levert tegen de nominale waarde conform de bad leaver bepaling. De aandeelhouder wiens managementovereenkomst is opgezegd, vordert in reconventie dat de aandelen worden gewaardeerd volgens de good leaver bepaling. Verder vordert hij dat hij niet aan het non-concurrentiebeding kan worden gehouden. De rechtbank heeft de vordering van de ene aandeelhouder toegewezen en de andere aandeelhouder veroordeeld tot levering van zijn aandelen conform de bad leaver bepaling. De reden voor toewijzing door de rechtbank ligt in het feit dat de aandeelhouder onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat sprake is van het ontbreken van draagvlak onder de werknemers, wat toepassing van de bad leaver bepaling met zich brengt. De vordering in reconventie van de laatstgenoemde aandeelhouder, om niet langer aan het non-concurrentiebeding gebonden te zijn, wordt door de rechtbank afgewezen. Het hoger beroep daartegen van de veroordeelde aandeelhouder slaagt niet. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Het hof legt de bad leaver bepaling uit volgens de Haviltex-methode. De wijze van het eindigen van de betrokkenheid, in casu het opzeggen van de managementovereenkomst in plaats van ontbinding van de arbeidsovereenkomst (zoals in de aandeelhoudersovereenkomst staat), doet er volgens het hof niet toe. De aandeelhouders, die bij het opstellen van de aandeelhoudersovereenkomst geen deskundige bijstand hebben gehad, hadden voor ogen om de bad leaver regeling toe te passen als de betrokkenheid van de aandeelhouder eindigt, ongeacht de wijze waarop die eindigt. Het hof vindt toepassing van de non-concurrentiebepaling niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid; het is aan de aandeelhouder zelf te wijten dat de aandelenoverdracht op zich laat wachten waardoor de duur van het non-concurrentiebeding navenant langer is geworden. 28-03-2023
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Tweede fase. Enerzijds verzoekt de enig aandeelhouder en bestuurder van een vennootschap de OK vast te stellen dat er sprake is van wanbeleid binnen deze vennootschap en dat de voormalig meerderheidsaandeelhouder van deze vennootschap daarvoor verantwoordelijk is. Anderzijds verzoekt de voormalig meerderheidsaandeelhouder van de vennootschap de OK vast te stellen dat er sprake is van wanbeleid binnen de vennootschap en dat de enig aandeelhouder en bestuurder daarvoor verantwoordelijk is. De OK oordeelt dat uit het onderzoeksverslag is gebleken van wanbeleid en dat de voormalig meerderheidsaandeelhouder daarvoor verantwoordelijk is. 14-11-2022
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel De bestuurder is op grond van artikel 2:248 BW aansprakelijk. Hangende een onderzoek door het OM op verdenking van witwassen door een vennootschap en haar bestuurder, is de vennootschap in staat van faillissement verklaard. De curator beroept zich op de bevindingen van het OM, waaruit blijkt dat niet is voldaan aan de boekhoudverplichting. De bestuurder slaagt er niet in de bewijsvermoedens te weerleggen. 14-06-2023
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Een bv is bij besluit van de algemene vergadering in 2009 ontbonden en in 2010 uit het handelsregister uitgeschreven. Om een destijds door haar gelegd beslag op onroerende zaken van een debiteur te kunnen opheffen, heeft de bv in 2022 een herroepingsbesluit genomen. De bv verzoekt vervolgens de rechtbank om voor recht te verklaren dat het ontbindingsbesluit is herroepen. De Hoge Raad heeft in de Rifgat-beschikking uit 2014 de kaders gegeven die gelden bij het herroepen van een ontbindingsbesluit, nu deze rechtsfiguur niet bij wet is geregeld. De rechtbank toetst aan deze criteria en oordeelt dat daaraan is voldaan. Het verzoek wordt toegewezen. 26-09-2022