Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen periode op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 3 oktober 2023, OR 2023-0218, Stichting ZOWonen/Bestuurder c.s.
In eerste aanleg wordt een bestuurder van een woningstichting veroordeeld tot vergoeding van de door de woningstichting geleden schade die is ontstaan door onttrekkingen aan het vermogen van de stichting, die zonder deugdelijke grond ten goede zijn gekomen aan onder andere de bestuurder. In hoger beroep wordt de uitspraak van de rechtbank gedeeltelijk bevestigd. Zo had de bestuurder een tegenstrijdig belang vanwege zijn betrokkenheid als aandeelhouder van een bv die een deel van de opbrengsten opstreek terwijl de kosten werden doorberekend aan de woningstichting. Daarbij zijn ook statutaire bepalingen aangaande tegenstrijdig belang geschonden. De bestuurder treft een ernstig verwijt en is aansprakelijk voor de schade van de woningstichting.
Gerechtshof Amsterdam (OK) 14 juli 2023, OR 2023-0219, Jaarrekeningprocedure Field Goal B.V./VCG B.V.
Jaarrekeningprocedure. Nadat een CEO – tevens indirect aandeelhouder – van een vennootschap binnen een concern wordt ontslagen, volgt een geschil over de wijze waarop de jaarrekening is vastgesteld. Volgens de oud-CEO wordt de boekhouding op een twijfelachtige manier gevoerd door de financiële positie van de groep in de jaarrekening slechter te doen voorkomen dan die daadwerkelijk is, in de kennelijke poging de koopprijs van de over te nemen aandelen van de oud-CEO te verlagen. De oud-CEO verzoekt op grond van artikel 2:447 BW de OK de betreffende vennootschap te bevelen haar jaarrekening op verschillende punten aan te passen, zodanig dat de volgens de oud-CEO kunstmatig laag gehouden financiële positie ongedaan wordt gemaakt. De verzoeken van de oud-CEO worden na een inhoudelijke beoordeling van de verschillende posten door de OK alle afgewezen. Daaraan voorafgaand gaat de OK in op het gevoerde ontvankelijkheidsverweer, dat wordt verworpen.
Annotatie
Er is ook een annotatie toegevoegd:
Hoe Funda heeft bijgedragen aan de bescherming van minderheidsaandeelhouders, door S.L. Haanschoten (annotatie bij Hoge Raad 22 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1283, OR 2023-0189). Stijn Haanschoten schreef eerder al een wenk bij zijn samenvatting van de beschikking en heeft deze nader uitgewerkt in deze annotatie.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de economische werkelijkheid waarbinnen de vennootschap zich bevindt relevant is voor de reikwijdte van de enquêteprocedure en dat de reikwijdte van de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW ruim moet worden uitgelegd. De auteur betoogt dat dit een goede ontwikkeling is voor de bescherming van minderheidsaandeelhouders.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Corinne Kuipers, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch In eerste aanleg wordt een bestuurder van een woningstichting veroordeeld tot vergoeding van de door de woningstichting geleden schade die is ontstaan door onttrekkingen aan het vermogen van de stichting, die zonder deugdelijke grond ten goede zijn gekomen aan onder andere de bestuurder. In hoger beroep wordt de uitspraak van de rechtbank gedeeltelijk bevestigd. Zo had de bestuurder een tegenstrijdig belang vanwege zijn betrokkenheid als aandeelhouder van een bv die een deel van de opbrengsten opstreek terwijl de kosten werden doorberekend aan de woningstichting. Daarbij zijn ook statutaire bepalingen aangaande tegenstrijdig belang geschonden. De bestuurder treft een ernstig verwijt en is aansprakelijk voor de schade van de woningstichting. 03-10-2023
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vier kinderen zijn in geschil over de afwikkeling van de door één van de kinderen met hun overleden vader opgerichte maatschap. Het betreffende kind meent recht te hebben op de overname van goederen op grond van een overnemingsbeding in de maatschapsakte. De overige drie kinderen doen een beroep op de in de maatschapsakte neergelegde vervaltermijn met betrekking tot het overnemingsbeding, waarop het andere kind een beroep doet op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Zowel de rechtbank als het hof stellen de drie kinderen in het gelijk. 26-09-2023
- Gerechtshof Den Haag Een turbogeliquideerde rechtspersoon wordt failliet verklaard. De voorwaarde hiervoor is het bestaan van een bate, terwijl aan de voorwaarden van faillietverklaring wordt voldaan. Dat is in casu, anders dan de failliet betoogt, het geval. 26-09-2023
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; jaarrekeningprocedure. Nadat een CEO – tevens indirect aandeelhouder – van een vennootschap binnen een concern wordt ontslagen, volgt een geschil over de wijze waarop de jaarrekening is vastgesteld. Volgens de oud-CEO wordt de boekhouding op een twijfelachtige manier gevoerd door de financiële positie van de groep in de jaarrekening slechter te doen voorkomen dan die daadwerkelijk is, in de kennelijke poging de koopprijs van de over te nemen aandelen van de oud-CEO te verlagen. De oud-CEO verzoekt op grond van artikel 2:447 BW de OK de betreffende vennootschap te bevelen haar jaarrekening op verschillende punten aan te passen, zodanig dat de volgens de oud-CEO kunstmatig laag gehouden financiële positie ongedaan wordt gemaakt. De verzoeken van de oud-CEO worden na een inhoudelijke beoordeling van de verschillende posten door de OK alle afgewezen. Daaraan voorafgaand gaat de OK in op het gevoerde ontvankelijkheidsverweer, dat wordt verworpen. 14-07-2023
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag De rechtbank gebruikt artikel 2:23c BW als grondslag voor de heropening van de vereffening in een beëindigd faillissement. Met wenk. 25-10-2023
- Rechtbank Rotterdam Een bestuurder stelt een curator q.q. en pro se aansprakelijk voor het voeren van een bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure, mede omdat de boedel ontoereikend is om de proceskosten te betalen. De bestuurder meent dat de curator misbruik van procesrecht heeft gemaakt, omdat de curator op voorhand had moeten weten dat de procedure kansloos was. Ook had de curator naar de mening van de bestuurder een beroep moeten doen op de Garantstellingsregeling Curatoren, omdat daaruit ook de proceskostenvergoeding betaald had kunnen worden. De rechtbank wijst de vorderingen van de bestuurder af. Misbruik van procesrecht is niet snel aan de orde. Ook hier niet, mede omdat de R-C de curator heeft gemachtigd om hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de rechtbank waarin de vorderingen van de curator waren afgewezen. Volgens de R-C had het hoger beroep een redelijke kans van slagen. De curator had ook geen beroep hoeven doen op de garantstellingsregeling. De bestuurder kan aan deze regeling geen bescherming ontlenen, omdat niet is voldaan aan het relativiteitsvereiste: de regeling strekt niet tot bescherming van de belangen van de bestuurder. 18-10-2023
- Rechtbank Rotterdam De direct en indirect bestuurder van twee zustervennootschappen worden veroordeeld tot betaling van een voorschot op het boedeltekort wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur ex artikel 2:248 BW. De curator doet een succesvol beroep op de bewijsvermoedens van lid 2. De bestuurders slagen er niet in het vermoeden te ontzenuwen dat het kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Een beroep op matiging (lid 4) wordt afgewezen. Een beslissing op het gevorderde bestuursverbod (art. 106a Fw) wordt aangehouden. De curator is verzocht om nadere informatie aan te leveren. 04-10-2023
- Rechtbank Midden-Nederland In deze zaak vordert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (‘RVO’) schadevergoeding van de bestuurder van een stichting wegens frauduleus verkregen MIT-subsidies. De bestuurder is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld en RVO heeft de subsidievaststelling per besluit ingetrokken. Ten tijde van de beroepsprocedure tegen dit intrekkingsbesluit ontbindt de bestuurder de stichting en beëindigt deze via turboliquidatie. RVO stelt de bestuurder in deze procedure aansprakelijk voor de geleden schade. De bestuurder voert verweer. De rechtbank oordeelt dat de bestuurder aansprakelijk is op basis van onrechtmatige daad, aangezien hem gelet op de aard en ernst van zijn handelen een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt aangaande het ten onrechte verkrijgen van subsidies. De rechtbank oordeelt verder dat het intrekkingsbesluit formele rechtskracht heeft en dat de strafrechtelijke veroordeling bindende bewijskracht heeft. De verjaringstermijn is pas gaan lopen vanaf het moment dat RVO bekend werd met de turboliquidatie van de stichting. 16-08-2023