Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen periode op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Bestuurders en lid raad van toezicht van stichting Het Orakel/Leninggever
In OR 2023-0031 verleent een leninggever leningen aan een stichting. De stichting komt in financiële problemen en vraagt haar eigen faillissement aan. De leninggever stelt vervolgens de bestuurders en een lid van de raad van toezicht van de stichting aansprakelijk, nu zij onrechtmatig zouden hebben gehandeld door het onbetaald laten van zijn vordering op de stichting. Zowel de rechtbank als het hof wijzen de vorderingen van de leninggever af. Zij oordelen dat onvoldoende is onderbouwd dat de bestuurders ten tijde van het verlenen van de leningen wisten of hadden moeten begrijpen dat de stichting niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. Daarnaast is ook onvoldoende onderbouwd dat sprake is van verhaalsfrustatie. Tot slot oordeelt het hof dat nu de bestuurders niet aansprakelijk zijn, het lid van de raad van toezicht evenmin aansprakelijk kan zijn. Het toezicht op het handelen en nalaten van het bestuur heeft in dat geval namelijk niet gefaald. Het hof komt in de uitspraak met een fraaie uiteenzetting van toezichthoudersaansprakelijkheid, al is curieus dat het hof daarin niet artikel 2:300a BW betrekt.
Enquête Cloud Solutions + B.V. en CSplus B.V.
In OR 2023-0024 verzoekt een minderheidsaandeelhouder van een holdingvennootschap de OK een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de holdingvennootschap en haar werkmaatschappij en onmiddellijke voorzieningen te treffen voor de duur van de procedure. De OK oordeelt dat de gronden die de minderheidsaandeelhouder aan haar verzoek ten grondslag legt, geen reden opleveren om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken, met uitzondering van de grond dat de minderheidsaandeelhouder onvoldoende geïnformeerd is over de gang van zaken binnen beide vennootschappen. Op basis van een belangenafweging moet volgens de OK op dit moment echter afgezien worden van een onderzoek. De belangen van partijen zijn volgens de OK voornamelijk ermee gediend dat de minderheidsaandeelhouder op zo kort mogelijke termijn afscheid neemt als aandeelhouder. Een enquête lijkt – aldus de OK – eerder een belemmering te vormen voor een spoedige exit dan dat een onderzoek die exit naderbij brengt. Het enquêteverzoek wordt daarom afgewezen.
Looijen Vastgoed B.V. en Korpershoek Warehousing & Forwarding B.V./Kroon Vastgoed B.V.
In OR 2023-0025 vordert een koper van een bedrijfspand vergoeding van schade, geleden door haar en haar dochtervennootschap nadat de verkoper het pand niet levert. Evenals de rechtbank wijst het hof de vorderingen slechts gedeeltelijk toe. Dat de wanprestatie van de verkoper jegens de koper een schadevergoedingsplicht van de koper jegens de verkoper oplevert, brengt niet vanzelfsprekend met zich dat de verkoper ook onrechtmatig handelt jegens de dochtervennootschap van de koper. Dit staat los van de vraag of tussen partijen vaststaat dat de dochtervennootschap het pand zou gaan huren.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Corinne Kuipers, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een curator heeft de bestuurders van een failliete vennootschap aansprakelijk gesteld vanwege onbehoorlijk bestuur. Evenals eerder de rechtbank wijst het hof de vorderingen toe. De curator heeft geconstateerd dat er diverse – niet onderbouwde – vermogensverschuivingen hebben plaatsgevonden. Daarom is niet voldaan aan de boekhoudplicht, waardoor vaststaat dat sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur. De verweren van het bestuur slagen niet. Ook ziet het hof geen aanleiding tot matiging. 10-01-2023
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een leninggever verleent leningen aan een stichting. De stichting komt in financiële problemen en vraagt haar eigen faillissement aan. De leninggever stelt vervolgens de bestuurders en een lid van de raad van toezicht van de stichting aansprakelijk, nu zij onrechtmatig zouden hebben gehandeld door het onbetaald laten van zijn vordering op de stichting. Zowel de rechtbank als het hof wijzen de vorderingen van de leninggever af. Zij oordelen dat onvoldoende is onderbouwd dat de bestuurders ten tijde van het verlenen van de leningen wisten of hadden moeten begrijpen dat de stichting niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. Daarnaast is ook onvoldoende onderbouwd dat sprake is van verhaalsfrustatie. Tot slot oordeelt het hof dat nu de bestuurders niet aansprakelijk zijn, het lid van de raad van toezicht evenmin aansprakelijk kan zijn. Het toezicht op het handelen en nalaten van het bestuur heeft in dat geval namelijk niet gefaald. 27-12-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een koper van een bedrijfspand vordert schadevergoeding voor schade, geleden door haar en haar dochtervennootschap nadat de verkoper het pand niet levert. Evenals de rechtbank wijst het hof de vorderingen slechts gedeeltelijk toe. Dat de wanprestatie van de verkoper jegens de koper een schadevergoedingsplicht van de koper jegens de verkoper oplevert, brengt niet vanzelfsprekend met zich dat de verkoper ook onrechtmatig handelt jegens de dochtervennootschap van de koper. Dit staat los van de vraag of tussen partijen vaststaat dat de dochtervennootschap het pand zou gaan huren. 20-12-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een vennootschap komt in de financiële problemen door een aandeelhoudersruzie. De bestuurder probeert de vennootschap te redden, maar uiteindelijk lukt dat niet en de vennootschap gaat failliet. Een uitlener die personeel heeft uitgeleend aan de vennootschap, gaat zelf ook failliet. De curator q.q. van de uitlener stelt de bestuurder van de vennootschap aansprakelijk wegens voortzetting van de uitleenovereenkomst en het aangaan van een nieuwe overeenkomst met de uitlener, wetende dat de vennootschap die overeenkomst niet na zal kunnen komen en geen verhaal zal bieden voor de dientengevolge geleden schade. Ook verwijt de curator q.q. van de uitlener de bestuurder dat hij hem niet heeft geïnformeerd over de slechte financiële situatie. De rechtbank wijst in eerste instantie de vordering van de curator q.q. toe wegens schending van de Beklamelnorm en veroordeelt de bestuurder van de failliete vennootschap tot betaling van het totaalbedrag van openstaande facturen aan de uitlener. De bestuurder gaat met succes in hoger beroep. Uit verschillende omstandigheden blijkt volgens het hof dat de bestuurder zelf nog vertrouwen had in de kans van slagen van de reddingspoging, onder andere omdat hij nog een lening verstrekt aan de vennootschap en zijn eigen vorderingen op de vennootschap uit hoofde van een management- en een huurovereenkomst niet int. Ook anderen hadden nog vertrouwen, zo blijkt bijvoorbeeld uit de prijs die de compagnon van de bestuurder vraagt voor zijn aandelen en het feit dat er serieuze gesprekken zijn gevoerd met een potentiële nieuwe investeerder. Daarnaast blijkt uit correspondentie dat de bestuurder Beryl wel heeft geïnformeerd over de financiële situatie en Beryl er zelf mee heeft ingestemd om de rechtsverhouding voort te zetten. Hoewel achteraf beschouwd het voortzetten van de onderneming niet de juiste keuze is geweest, kan naar het oordeel van het hof in de gegeven omstandigheden van het geval de bestuurder daarvan geen persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt, gezien de aan een bestuurder toekomende ruimte om een reddingspoging te doen. Het gerechtshof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van de curator q.q. af. 13-12-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam In een jaarrekeningprocedure wordt de OK verzocht een pensioenfonds te bevelen haar jaarrekening met een hogere rekenrente in te richten omdat de toegepaste methode (afkomstig van DNB) niet zou stroken met de voorschriften in de Pensioenrichtlijn. De OK oordeelt dat enkele verzoekers niet-ontvankelijk zijn, nu zij geen belang hebben bij de verzochte aanpassing. Ten aanzien van het verzoek van de ontvankelijke verzoekers oordeelt de OK dat de Pensioenrichtlijn geen verplichtingen oplegt aan het pensioenfonds en overigens in dit concrete geval ook geen afwijkende rekenrente voorschrijft. De OK oordeelt voorts dat de jaarrekening het door Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving vereiste inzicht verschaft en aan de vereisten voldoet. Het verzoek wordt afgewezen. 23-11-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Een echtpaar exploiteert een horecaonderneming via een besloten vennootschap. De man houdt de meerderheid van de aandelen in het kapitaal van de vennootschap, de vrouw houdt het restant van de aandelen. Na het uitspreken van een echtscheiding door de rechter, start de man een uitkoopprocedure tegen zijn ex-vrouw ter zake van de aandelen die zij houdt in het kapitaal van de vennootschap. De vrouw betwist de door de man gestelde waarde van de aandelen en vordert in reconventie dat de waarde van de aandelen hoger wordt vastgesteld. Zij stelt dat zij ernstige stoffelijke schade zal lijden als de uitkoopvordering wordt toegewezen, wat reden zou zijn voor afwijzing van de uitkoopvordering ex artikel 2:201a lid 4 BW. Daarnaast stelt de vrouw een vordering in tot inzage van bepaalde stukken op grond van artikel 843a Rv. De OK overweegt dat de enkele omstandigheid dat de vast te stellen uitkoopprijs in de ogen van de vrouw te laag is, niet maakt dat sprake is van ernstige stoffelijke schade in de zin van artikel 2:201a lid 4 BW. De vrouw verzet zich op zichzelf niet tegen de overdracht van de aandelen, reden waarom de OK de uitkoopvordering in beginsel toewijst. De OK komt in dit tussenarrest tot het oordeel dat de prijs van de aandelen op basis van de overgelegde stukken niet kan worden vastgesteld en gelast een deskundigenonderzoek. Omdat de deskundige toegang heeft tot de stukken die de vrouw vordert, had de vrouw beter moeten onderbouwen wat haar belang was bij haar 843a-vordering. Die vordering wordt dan ook afgewezen. De kosten voor het deskundigenonderzoek komen voor rekening van de man. Iedere verdere beslissing wordt door de OK aangehouden. 14-06-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Een minderheidsaandeelhouder van een holdingvennootschap verzoekt de OK om een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de holdingvennootschap en haar werkmaatschappij en om onmiddellijke voorzieningen te treffen voor de duur van de procedure. De OK oordeelt dat de gronden die de minderheidsaandeelhouder aan haar verzoek ten grondslag legt geen reden opleveren om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken, met uitzondering van de grond dat de minderheidsaandeelhouder onvoldoende geïnformeerd is over de gang van zaken binnen beide vennootschappen. Op basis van een belangenafweging moet volgens de OK op dit moment echter afgezien worden van een onderzoek. De belangen van partijen zijn volgens de OK voornamelijk ermee gediend dat de minderheidsaandeelhouder op zo kort mogelijke termijn afscheid neemt als aandeelhouder. Een enquête lijkt – aldus de OK – eerder een belemmering te vormen voor een spoedige exit dan dat een onderzoek die exit naderbij brengt. Het enquêteverzoek wordt daarom afgewezen. 08-06-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; uitkoopprocedure. Nadat zij middels een verplicht openbaar bod in de zin van artikel 5:70 Wft meer dan 95% van de aandelen in een nv verschaft, vordert een aandeelhouder in een uitkoopprocedure ex artikel 2:359c BW dat de gezamenlijke andere aandeelhouders worden veroordeeld hun aandelen aan haar over te dragen. De OK oordeelt dat is voldaan aan de vereisten vervat in artikel 2:359c lid 1, 2 en 3 BW, en dat de prijs per aandeel onder het openbaar bod op grond van artikel 2:359c lid 6 BW kan worden geacht een billijke prijs te zijn. De OK wijst de vordering van de aandeelhouder toe. 22-03-2022
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Een DGA draagt zijn aandelen over aan een katvanger en doet betalingen aan zichzelf en een gelieerde vennootschap. Na faillissement van de vennootschap spreekt de curator de DGA aan wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur en vanwege door middel van de faillissementspauliana vernietigde rechtshandelingen. De rechtbank oordeelt dat de overdracht van aandelen zonder deugdelijk onderzoek naar de koper, terwijl de vennootschap er financieel slecht voorstond, een onrechtmatige daad is van de aandeelhouder jegens de gezamenlijke schuldeisers van die vennootschap. Voor die aansprakelijkheid geldt niet de verhoogde drempel van een ‘persoonlijk ernstig verwijt’. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat betalingen aan de DGA en een gelieerde vennootschap kort vóór de aandelenoverdracht paulianeus zijn. 11-01-2023
- Rechtbank Rotterdam Een statutair bestuurder, tevens werknemer, is op staande voet ontslagen vanwege onder andere onrechtmatige salarisverhogingen, slechte administratie van vakantie-uren, ondeugdelijke boekhouding en privé-uitgaven ten laste van de vennootschap. Hij verzoekt ontslagvergoedingen aan hem toe te kennen, het non-concurrentiebeding buiten werking te stellen en een rectificatie. De rechtbank oordeelt dat het ontslag op staande voet standhoudt. Het is voldoende komen vast te staan dat de bestuurder op structurele wijze naliet om declaraties te onderbouwen met bonnen, privékosten als zakelijke kosten ten laste van de vennootschap heeft laten komen en een factuur heeft vervalst ter verrekening van een voorschotbetaling uit eigen zak. Dat zijn dringende redenen die een ontslag op staande voet rechtvaardigen. De verzoeken van de bestuurder worden afgewezen. 19-12-2022
- Rechtbank Den Haag De oud-bestuurder van een familiebedrijf is gefailleerd. Hij heeft zijn belang in de onderneming die hij via een STAK houdt en zijn aandelen in de Pensioen BV verpand. De pandhouder vraagt de rechtbank toestemming voor onderhandse verkoop van de certificaten. De rechtbank verleent de toestemming. Het verzoek van de pandhouder voor toestemming om te doen verblijven in de aandelen in de Pensioen BV wijst de voorzieningenrechter toe, maar wel voor een hogere koopprijs dan vermeld in het verzoek van de pandhouder. 08-12-2022