Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen periode op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Gerechtshof Amsterdam (OK) 31 januari 2023, OR 2023-0051, Enquête GVH Recycling B.V. - fase 2
De OK stelt wanbeleid vast van een vennootschap, nu blijkt dat het bestuur onzorgvuldig heeft gehandeld en zich de belangen van de vennootschap en haar aandeelhouders onvoldoende heeft aangetrokken. Zo heeft het bestuur een onjuiste voorstelling van de omzet gegeven en ook te weinig gefactureerd aan een van haar afnemers waarvan de bestuurders ook tevens indirect bestuurders waren. Daarnaast was sprake van tegenstrijdig belang bij de bestuurders en hebben zij het belang van de onderneming ondergeschikt gemaakt aan hun persoonlijk belang in andere vennootschappen. Dit zeer onzorgvuldig handelen maakt dat de OK de bestuurders verantwoordelijk acht voor het wanbeleid. Ook wijst de OK een aantal voorzieningen toe waaronder het ontslag van de bestuurders en de ontbinding van de vennootschap.
Gerechtshof Amsterdam (OK) 26 januari 2023, OR 2023-0061, Concernenquête Conversie Team B.V. c.s.
De indiener van het enquêteverzoek heeft op grond van een vonnis van de rechtbank Den Haag aandelen in een vennootschap verkregen. De overige aandeelhouders van de vennootschap, die tevens bestuurder zijn, negeren de nieuwe aandeelhouder echter bij het uitoefenen van zijn aandeelhoudersrechten. Ook hebben de overige aandeelhouders belangrijke vermogensbestanddelen van de vennootschap aan zichzelf overgedragen. De OK is van oordeel dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. De OK besluit om onmiddellijke voorzieningen te treffen, waaronder de schorsing van de bestuurder, benoeming van een OK-bestuurder, en de overdracht van de aandelen ten titel van beheer. Wanneer deze voorzieningen niet tot een oplossing van het geschil leiden, zal de OK een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bevelen. Omdat verweersters en belanghebbenden naar het oordeel van de OK bewust hebben geprobeerd het debat ter zitting te vertroebelen en hun eigen handelen te maskeren, legt de OK hen hoofdelijk een hogere proceskostenveroordeling op dan gebruikelijk.
Gerechtshof Amsterdam (OK) 5 april 2022, OR 2023-0049, Uitstootprocedure tussen aandeelhouders Bloembollenbedrijf Brouwer
In het onderhavige arrest doet de OK in hoger beroep uitspraak in twee lopende bodemzaken (die zijn samengevoegd) met betrekking tot de reeds langlopende vete tussen de twee aandeelhouders van een bv. Partijen hebben in een uitstotingsprocedure ex artikel 2:336 BW over en weer elkaars uitstoting gevorderd. In het onderhavige arrest beveelt de OK een deskundigenonderzoek. Voorts staat onder andere de vraag centraal of de vennootschap verplicht is aan een aandeelhouder alle documenten en informatie te verstrekken die aan de deskundige worden verstrekt. De OK oordeelt dat een dergelijke verplichting niet kan worden afgeleid uit artikel 2:351 en 2:352 BW. Dit betekent echter niet dat de aandeelhouder geen aanspraak zou kunnen maken op een kopie van of inzage in de aan de deskundige verstrekte stukken. Het beginsel van hoor en wederhoor brengt mee dat een partij de gelegenheid moet hebben om effectief commentaar te leveren op een deskundigenbericht en dit kan betekenen dat daarvoor een kopie van of inzage in de achterliggende stukken noodzakelijk is. De deskundige kan bepalen in hoeverre stukken ook ter inzage aan een aandeelhouder dienen te worden verstrekt. De OK benoemt een raadsheer-commissaris waartoe de aandeelhouders zich kunnen wenden indien zij zich niet kunnen verenigen met de beslissing van de deskundige.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Corinne Kuipers, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Een bv die een zorgonderneming drijft, heeft zich hoofdelijk verbonden voor terugbetaling van twee leningen die Rabobank heeft verstrekt aan haar zustervennootschap. De leningen zijn gebruikt voor de aankoop van twee panden. Een deel van het ene pand is verhuurd aan bewoners aan wie de zustervennootschap zorg verleende. Het idee was om met het tweede pand hetzelfde te doen. De zustervennootschap gaat failliet en Rabobank wint zekerheden uit, mede in verband met de leningen waarmee de bv de twee panden heeft gekocht. De curator wil voor het verhaalde regres nemen op de bv. De vraag die bij de rechtbank speelt en waarover de rechtbank prejudiciële vragen stelt aan de Hoge Raad is of in verband met de onderlinge draagplicht betekenis toekomt aan het feit dat de vennootschap die zich hoofdelijk aansprakelijk heeft gesteld voor een lening, direct of indirect profijt heeft gehad van deze lening. De Hoge Raad overweegt dat de vraag wie een schuld aangaat (art. 6:10 BW) niet in het algemeen kan worden beantwoord. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval. Daarbij kan betekenis toekomen aan het feit dat een hoofdelijk verbonden vennootschap direct of indirect profijt heeft gehad van een lening. 24-02-2023
- Hoge Raad Het faillissement van een vof leidt tot de vraag of bepaalde vorderingen moeten worden aangemerkt als onverpandbaar. In eerste aanleg en hoger beroep oordelen de rechtbank en het hof dat een van de bepalingen waar de vorderingen uit voortvloeien goederenrechtelijk onverpandbaar is en de andere bepaling wel goederenrechtelijk verpandbaar is. In cassatie overweegt de Hoge Raad, anders dan het hof, dat een onoverdraagbaarheidsbeding met zich brengt dat het goed tevens onverpandbaar is. Omdat het hof niet is ingegaan op het betoog van de curator en de bewindvoerder over de overdraagbaarheid van een van de vorderingen (en daarmee over de (on)verpandbaarheid daarvan), vernietigt de Hoge Raad de uitspraak van het hof en verwijst de zaak naar een ander hof. 01-07-2022
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een voormalig projectpartner oefent een contractueel optierecht op de helft van de aandelen van een in het kader van het project opgerichte bv uit. De andere partner, die destijds alle aandelen had gekocht en geleverd gekregen, weigert de aandelen te leveren maar heeft het er als aandeelhouder en bestuurder toe gebracht dat de bv een zeer groot aantal nieuwe aandelen uitgeeft aan de moedervennootschap van deze andere partner. De optiehouder heeft vervolgens deze andere partner gedagvaard wegens frustratie van het optierecht, en na het faillissement van de optiehouder neemt de curator deze vordering over. In het onderhavige tussenarrest komt het hof onder meer tot het oordeel dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van het optierecht en onrechtmatig handelen jegens de voormalig projectpartner door (aanvaarding van) de aandelenuitgifte. 28-02-2023
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam De OK stelt wanbeleid vast van een vennootschap, nu blijkt dat het bestuur onzorgvuldig heeft gehandeld en zich de belangen van de vennootschap en haar aandeelhouders onvoldoende heeft aangetrokken. Zo heeft het bestuur een onjuiste voorstelling van de omzet gegeven en ook te weinig gefactureerd aan een van haar afnemers waarvan de bestuurders ook tevens indirect bestuurders waren. Daarnaast was sprake van tegenstrijdig belang bij de bestuurders en hebben zij het belang van de onderneming ondergeschikt gemaakt aan hun persoonlijk belang in andere vennootschappen. Dit zeer onzorgvuldig handelen maakt dat de OK de bestuurders verantwoordelijk acht voor het wanbeleid. Ook wijst de OK een aantal voorzieningen toe waaronder het ontslag van de bestuurders en de ontbinding van de vennootschap. 31-01-2023
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Op verzoek van de curatoren in het faillissement van twee vennootschappen waarvan Isabel dos Santos en haar (inmiddels overleden) echtgenoot altijd UBO zijn geweest, beveelt de OK een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van deze vennootschappen. Het verzoek om bij wege van onmiddellijke voorziening de bestuurders van de vennootschappen te schorsen en een door de OK aan te wijzen persoon te benoemen tot bestuurder, wordt afgewezen. Door de faillissementen kan het bestuur geen beheershandelingen meer verrichten die de boedel binden. De OK acht het niet opportuun dat de bestuurders worden vervangen met het doel dat door de vennootschappen gevoerde procedures niet worden voortgezet of hervat. 26-01-2023
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. De indiener van het enquêteverzoek heeft op grond van een vonnis van de rechtbank Den Haag aandelen in een vennootschap verkregen. De overige aandeelhouders van de vennootschap, die tevens bestuurder zijn, negeren de nieuwe aandeelhouder echter bij het uitoefenen van zijn aandeelhoudersrechten. Ook hebben de overige aandeelhouders belangrijke vermogensbestanddelen van de vennootschap aan zichzelf overgedragen. De OK is van oordeel dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. De OK besluit om onmiddellijke voorzieningen te treffen, waaronder de schorsing van de bestuurder, benoeming van een OK-bestuurder, en de overdracht van de aandelen ten titel van beheer. Wanneer deze voorzieningen niet tot een oplossing van het geschil leiden, zal de OK een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bevelen. Omdat verweersters en belanghebbenden naar het oordeel van de OK bewust hebben geprobeerd het debat ter zitting te vertroebelen en hun eigen handelen te maskeren, legt de OK hen hoofdelijk een hogere proceskostenveroordeling op dan gebruikelijk. 26-01-2023
- Gerechtshof Den Haag Een uitzendbureau/schoonmaakbedrijf en haar bestuurder worden door de Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten aangesproken voor het niet naleven van die cao. De stichting vordert onder meer nabetaling aan de (ex-)werknemers en schadevergoeding. Anders dan de kantonrechter wijst het hof de vorderingen toe. De bestuurder heeft, mede namens de vennootschap, schriftelijk toegezegd de cao voor uitzendkrachten volledig na te zullen komen, maar dat is vervolgens niet gebeurd. Dit is ernstig verwijtbaar. 22-11-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; geschillenregeling. In het onderhavige arrest doet de OK in hoger beroep uitspraak in twee lopende bodemzaken (die zijn samengevoegd) met betrekking tot de reeds langlopende vete tussen de twee aandeelhouders van een bv. Partijen hebben in een uitstotingsprocedure ex artikel 2:336 BW over en weer elkaars uitstoting gevorderd. In het onderhavige arrest beveelt de OK een deskundigenonderzoek. Voorts staat onder andere de vraag centraal of de vennootschap verplicht is aan een aandeelhouder alle documenten en informatie te verstrekken die aan de deskundige worden verstrekt. De OK oordeelt dat een dergelijke verplichting niet kan worden afgeleid uit artikel 2:351 en 2:352 BW. Dit betekent echter niet dat de aandeelhouder geen aanspraak zou kunnen maken op een kopie van of inzage in de aan de deskundige verstrekte stukken. Het beginsel van hoor en wederhoor brengt mee dat een partij de gelegenheid moet hebben om effectief commentaar te leveren op een deskundigenbericht en dit kan betekenen dat daarvoor een kopie van of inzage in de achterliggende stukken noodzakelijk is. De deskundige kan bepalen in hoeverre stukken ook ter inzage aan een aandeelhouder dienen te worden verstrekt. De OK benoemt een raadsheer-commissaris waartoe de aandeelhouders zich kunnen wenden indien zij zich niet kunnen verenigen met de beslissing van de deskundige. 05-04-2022
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland Een statutair bestuurder wordt bij besluit buiten vergadering zowel vennootschapsrechtelijk als arbeidsrechtelijk ontslagen. Hij verzoekt de rechtbank deze besluiten nietig te verklaren dan wel te vernietigen. De rechtbank oordeelt dat de besluiten rechtsgeldig zijn. Voorts kent de rechtbank geen billijke vergoeding toe, omdat sprake is van een voldragen arbeidsrechtelijke ontslaggrond. 27-02-2023
- Rechtbank Gelderland Een werknemer van een bv wordt benoemd tot statutair bestuurder en twee maanden later door de algemene vergadering zowel vennootschapsrechtelijk als arbeidsrechtelijk ontslagen. De bestuurder betwist dat hij was benoemd tot bestuurder en vordert in kort geding onder meer toelating tot de werkzaamheden en doorbetaling van loon. De voorzieningenrechter oordeelt dat de bestuurder statutair bestuurder van de vennootschap is (geweest) nu hij de benoeming heeft aanvaard door zich te laten inschrijven in het handelsregister. Voorts is het ontslagbesluit rechtsgeldig genomen. 24-02-2023
- Rechtbank Noord-Holland De curator spreekt de bestuurder en haar zoon als feitelijk beleidsbepaler van een stichting aan voor het tekort in het faillissement van een stichting. Zij hebben tien beleggers voor € 630.000 opgelicht door in strijd met gemaakte afspraken te beleggen in risicovolle kortetermijnposities en het doen van privéopnamen. Dit kwalificeert naar het oordeel van de rechtbank als kennelijk onbehoorlijk bestuur en het is bovendien aannemelijk dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Ook is geen goede administratie bijgehouden en het wettelijk vermoeden dat hieruit voortvloeit, is niet ontkracht. De bestuurder van de stichting is dus persoonlijk aansprakelijk voor het tekort in het faillissement. Dit geldt ook voor haar zoon, die door de rechtbank wordt aangemerkt als feitelijk beleidsbepaler van de stichting. 08-02-2023
- Rechtbank Noord-Nederland Na de veroordeling van twee bestuurders op grond van bestuurdersaansprakelijkheid ontstaat discussie over de verbetering van een kennelijke fout over de hoogte van het te betalen voorschot. De rechtbank oordeelt dat een bestuurder die is veroordeeld tot betaling van de helft van het boedeltekort, ook slechts de helft van het gevorderde voorschot hoeft te betalen. De rechtbank laat het herstelvonnis waarin dit is rechtgezet in stand. 03-03-2021
- Rechtbank Noord-Nederland De curator stelt twee bestuurders aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW wegens btw-fraude en verkoop van het materieel aan schuldeisers, waardoor de schuldeisers een beroep konden doen op verrekening en de verdiencapaciteit van de vennootschap verdween. De rechtbank wijst de vordering toe. De aansprakelijkheid wordt ten aanzien van een van de bestuurders gematigd tot 50% van het boedeltekort, omdat het grootste deel van de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling plaatsvond toen zij geen bestuurder meer was. Voorts wordt aan de andere bestuurder een bestuursverbod opgelegd voor de duur van vijf jaar. 18-11-2020