Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die sinds de vorige nieuwsbrief op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Gerechtshof Amsterdam (OK) 29 augustus 2024, OR 2024-0179, Enquête familie Blokker
Deze enquêteprocedure, voorzien van een samenvatting door Vera van Erpers Roijaards, ziet op het beleid en de gang van zaken binnen het investeringsbedrijf van de familie Blokker – de Nardinc-groep. De verhoudingen tussen moeder Els Blokker enerzijds en zoons Mark en Edwin Blokker anderzijds zijn geëscaleerd en ernstig verstoord geraakt. Zowel moeder Els als zoons Mark en Edwin verzoeken de OK in te grijpen, alleen de gronden waarop verschillen. De OK bepaalt bij wijze van onmiddellijke voorzieningen, in afwachting van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken rond de Nardinc-groep, (i) Mark Blokker te schorsen als bestuurder bij de Nardinc-vennootschappen, (ii) een onafhankelijke OK-bestuurder te benoemen bij ieder van de Nardinc-vennootschappen en (iii) de aandelen in de Nardinc-groep ten titel van beheer over te dragen aan een OK-beheerder.
Gerechtshof Amsterdam (OK) 5 maart 2024, OR 2024-0174, Geschillenregeling en samenhangende vorderingen North Sea Tankers B.V.
In deze veelzijdige uitspraak, voorzien van een uitgebreide samenvatting door Gabriël Unval, komen meerdere leerstukken samen. Een holdingvennootschap heeft een vennootschap opgericht die is gericht op het beheer van commerciële zeetankers en verkoopt haar meerderheidsbelang daarin. Na de verkoop ontstaan geschillen tussen de holdingvennootschap en de nieuwe investeerder over nabetalingen die de investeerder aan de holdingvennootschap moet betalen, of mag investeren in de vennootschap in het geval financiering noodzakelijk is. Daarnaast wordt de bestuurder in deze vennootschap geschorst en ontslagen. De holdingvennootschap stelt dat de nieuwe investeerder misbruik maakt van de omstandigheden en vordert terugbetaling van onder meer de aandeelhouderslening. De OK gaat hierin niet mee, omdat de financiële situatie van de vennootschap financiering vereist. Het ontslag van de bestuurder blijft in stand, omdat de bestuurder zich schuldig maakt aan een belangenverstrengeling en bepaalde crediteuren achterstelt.
Daarnaast gaat de OK in op de vordering tot uittreding van de holdingvennootschap. In eerste aanleg heeft de rechtbank onder meer de door de minderheidsaandeelhouder gevorderde uittreding afgewezen op basis van een onjuiste maatstaf. In hoger beroep wordt deze vordering eveneens afgewezen, omdat de holdingvennootschap niet voldoende aantoont dat haar rechten of belangen zo ernstig zijn geschaad dat haar aandeelhouderschap niet langer van haar kan worden gevergd.
De uitspraak is een vervolg op OR 2024-0173 (met wenk). In hoger beroep is door geïntimeerden een bevoegdheidsincident opgeworpen. De OK zou niet bevoegd zijn om over het hoger beroep te beslissen. Volgens geïntimeerden bestaat onder meer onvoldoende samenhang tussen de uittreedvordering en de overige vorderingen. De OK acht zich echter bevoegd kennis te nemen van de samenhangende vorderingen. Daarbij overweegt de OK dat het antwoord op de vraag of sprake is van met uittreding bedoelde gedragingen samenhangende vorderingen, steeds afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. De OK oordeelt dat in onderhavige zaak sprake is van dergelijke samenhangende vorderingen. Stefan Nieuwendijk schreef onder zijn samenvatting van deze uitspraak tevens een wenk waarin hij nader ingaat op deze problematiek.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hof
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Deze enquêteprocedure ziet op het beleid en de gang van zaken binnen het investeringsbedrijf van de familie Blokker – de Nardinc-groep. De verhoudingen tussen moeder Els Blokker enerzijds en zoons Mark en Edwin Blokker anderzijds zijn geëscaleerd en ernstig verstoord geraakt. Zowel moeder Els als zoons Mark en Edwin verzoeken de OK in te grijpen, alleen de gronden waarop verschillen. De OK bepaalt bij wijze van onmiddellijke voorzieningen, in afwachting van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken rond de Nardinc-groep, (i) Mark Blokker te schorsen als bestuurder bij de Nardinc-vennootschappen, (ii) een onafhankelijke OK-bestuurder te benoemen bij ieder van de Nardinc-vennootschappen en (iii) de aandelen in de Nardinc-groep ten titel van beheer over te dragen aan een OK-beheerder. 29-08-2024
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Een aandeelhouder die 25% van de aandelen houdt in een moedervennootschap verzoekt om een enquête naar het beleid en de gang van zaken binnen de moedervennootschap en haar dochtervennootschappen. De 25%-aandeelhouder is als financieel bestuurder ontslagen door de twee overige aandeelhouders. Dit ontslag vindt plaats kort na een onterechte uitkering van een groot interim-dividend. De overige twee (mede-)aandeelhouders hebben in hun hoedanigheid als bestuurder ook een rol bij de uitkering van het interim-dividend. De OK beveelt een onderzoek en benoemt een bestuurder met een beslissende stem, maar houdt voorlopig het onderzoek aan. 16-05-2024
- Gerechtshof Amsterdam In deze zaak stellen de opdrachtgevers dat een vennootschap is tekortgeschoten in de nakoming van een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een woning. De vordering is gebaseerd op bestuurdersaansprakelijkheid, omdat de bestuurder persoonlijk verantwoordelijk wordt gehouden voor de schade. Volgens de opdrachtgevers wist of had de bestuurder moeten begrijpen dat de vennootschap, waarvan hij bestuurder was, niet aan haar verplichtingen kon voldoen en toch om betalingen vroeg. De rechtbank wees de vorderingen van de opdrachtgevers eerder af, omdat volgens haar niet was aangetoond dat de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kon worden gemaakt. In hoger beroep oordeelt het hof echter dat de bestuurder wel persoonlijk aansprakelijk is. Hij had kennis van de slechte financiële situatie van de vennootschap en bracht prematuur facturen in rekening, terwijl de bouwwerkzaamheden stillagen. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en houdt de bestuurder aansprakelijk voor de schade van de opdrachtgevers, omdat hij bewust heeft toegelaten dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakwam. 07-05-2024
- Gerechtshof Den Haag Een vrouw is bestuurder geweest van twee vennootschappen waarin haar man de (uiteindelijke) zeggenschap had. Volgens besluiten in de aandeelhoudersvergaderingen van deze vennootschappen is de vrouw op grond van rekeningcourantverhoudingen bedragen aan deze vennootschappen verschuldigd. De vordering van de ene vennootschap wordt gecedeerd aan de andere vennootschap, die in rechte betaling van de bedragen uit beide rekeningcourantverhoudingen vordert. De vrouw betwist de verschuldigdheid van deze bedragen; dit is volgens haar een kwestie van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, zij had geen zeggenschap over de vaststelling van de bedragen en de bedragen zouden zakelijke kosten zijn die voor rekening van de vennootschappen komen. De vrouw doet ook een beroep op de redelijkheid en billijkheid. De rechtbank wijst de bedragen toe. Het hof bekrachtigt het vonnis. 07-05-2024
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Geschillenregeling en samenhangende vorderingen. In eerste aanleg heeft de rechtbank onder meer de gevorderde uittreding afgewezen op basis van een onjuiste maatstaf. Hiertegen is hoger beroep ingesteld bij de OK. Een holdingvennootschap heeft een vennootschap opgericht die is gericht op het beheer van commerciële zeetankers en verkoopt haar meerderheidsbelang daarin. Na de verkoop ontstaan geschillen tussen de holdingvennootschap en de nieuwe investeerder over nabetalingen die de investeerder aan de holdingvennootschap moet betalen, of mag investeren in de vennootschap in het geval financiering noodzakelijk is. Daarnaast wordt de bestuurder in deze vennootschap geschorst en ontslagen. De holdingvennootschap stelt dat de nieuwe investeerder misbruik maakt van de omstandigheden en vordert terugbetaling van onder meer de aandeelhouderslening. De OK gaat hierin niet mee, omdat de financiële situatie van de vennootschap financiering vereist. Het ontslag van de bestuurder blijft in stand, omdat de bestuurder zich schuldig maakt aan een belangenverstrengeling en bepaalde crediteuren achterstelt. Tot slot wordt het verzoek tot uittreding van de holdingvennootschap niet gehonoreerd, omdat zij niet voldoende aantoont dat haar rechten of belangen zo ernstig zijn geschaad dat haar aandeelhouderschap niet langer van haar kan worden gevergd. 05-03-2024
- Gerechtshof Amsterdam De meerderheidsaandeelhouder tracht met behulp van (ex)werknemers van de vennootschap het bedrijfsdebiet van de vennootschap uit te hollen door haar klanten en activiteiten over te nemen. Bij de behandeling van het hoger beroep staat de onrechtmatigheid van het handelen van de meerderheidsaandeelhouder vast. In deze context oordeelt het hof dat de werknemers in strijd hebben gehandeld met de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid. Daarnaast kan de werknemers ook een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt en zijn zij aldus ook persoonlijk aansprakelijk indien zij hebben gehandeld in hun hoedanigheid van bestuurder van een door hen opgerichte besloten vennootschap. 13-02-2024
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Geschillenregeling. Uittreding. In eerste aanleg heeft de rechtbank onder meer de gevorderde uittreding afgewezen op basis van een onjuiste maatstaf. Hiertegen is hoger beroep ingesteld bij de OK. In hoger beroep is door geïntimeerden een bevoegdheidsincident opgeworpen. De OK zou niet bevoegd zijn om over het hoger beroep te beslissen. Volgens geïntimeerden bestaat onder meer onvoldoende samenhang tussen de uittreedvordering en de overige vorderingen. De OK acht zich in onderhavige zaak bevoegd kennis te nemen van de met de uittreding bedoelde gedragingen samenhangende vorderingen. Daarbij overweegt de OK dat het antwoord op de vraag of sprake is van met uittreding bedoelde gedragingen samenhangende vorderingen, steeds afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. De OK oordeelt dat in onderhavige zaak sprake is van dergelijke samenhangende vorderingen en verwijst de zaak naar de rol voor uitlating door partijen of zij in de hoofdzaak een mondelinge behandeling wensen of arrest. Stefan Nieuwendijk voorziet deze uitspraak in zijn wenk onder de samenvatting van commentaar. 19-09-2023
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Holland Een verhuurder van een pand spreekt de bestuurders van een vennootschap, een voormalige huurder, aan, omdat de vennootschap door middel van een turboliquidatie is ontbonden. De rechtbank wijst de vordering af. 28-08-2024
- Rechtbank Noord-Holland Een werknemer is via een persoonlijke holding bv tevens statutair bestuurder. De holding wordt vennootschapsrechtelijk ontslagen. Volgens de kantonrechter brengt dit niet mee dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer eindigt. Het betoog van de vennootschap dat de 15 april-arresten analoog moeten worden toegepast omdat de twee rechtsverhoudingen onsplitsbaar zijn, is onvoldoende onderbouwd. Er kan voldoende onderscheid worden gemaakt tussen de bestuurders- en werknemerstaken van de werknemer. 02-08-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Een (indirect) bestuurder van een failliete vennootschap die zich bezighield met asbestsaneringswerkzaamheden wordt aansprakelijk gehouden voor het boedeltekort op grond van artikel 2:248 en 2:11 BW. Aan de boekhoudplicht is niet voldaan, mede omdat sprake was van btw-fraude. In de boekhouding werd ten onrechte opgenomen dat de btw was verlegd, terwijl naar klanten wel een factuur inclusief btw was verstuurd. Omdat de bestuurder geen andere oorzaak van het faillissement aannemelijk kon maken, volgt aansprakelijkheid. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat een belangrijke oorzaak van het faillissement was dat het asbestcertificaat was ingetrokken. De reden hiervoor was dat werknemers zonder beschermende kleding en zonder certificering asbest saneerden. Dit kan worden gekwalificeerd als onbehoorlijk bestuur, zodat de bestuurder ook zonder toepassing van de bewijsvermoedens van artikel 2:248 lid 2 BW aansprakelijk zou zijn. 17-07-2024