Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die sinds de vorige nieuwsbrief op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Hof van Justitie van de Europese Unie 14 november 2024, OR 2024-0224, Herdijk – Beantwoording prejudiciële vragen over de bestuurdersaansprakelijkheid o.g.v. artikel 36 lid 4 IW
Een bestuurder is door de Ontvanger aansprakelijk gesteld voor naheffingsaanslagen loonbelasting en btw op grond van artikel 36 lid 4 Invorderingswet 1990 (IW), omdat geen rechtsgeldige melding van betalingsonmacht is gedaan. Het hof oordeelde dat de bestuurder in zijn hoedanigheid van oud-bestuurder voor wat betreft het laatste tijdvak erin slaagt te bewijzen dat het niet-betalen van de belastingen niet aan zijn kennelijk onbehoorlijk bestuur is te wijten. Voor alle eerdere tijdvakken wordt de bestuurder aangemerkt als ‘huidig bestuurder’, zodat de bestuurder voor die tijdvakken niet wordt toegelaten tot het leveren van tegenbewijs en de aansprakelijkheid in zoverre in stand blijft. In cassatie stelt de Hoge Raad vervolgens prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU (HvJ EU) of de moeilijke bewijspositie van de bestuurder ten aanzien van de bestuurdersaansprakelijkheid voor btw-schulden in strijd is met het EU-evenredigheidsbeginsel. Een bestuurder kan namelijk, aldus de Hoge Raad, alleen in geval van overmacht of als hij te goeder trouw is afgegaan op het advies van een derde die hij voor voldoende deskundig mocht houden, aannemelijk maken dat het niet aan hem is te wijten dat een lichaam niet aan zijn meldingsplicht heeft voldaan. De prejudiciële vragen zien erop of het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel zich verzet tegen deze regeling en of het voor het antwoord op die eerste vraag van belang is of de bestuurder te goeder trouw heeft gehandeld (zie over dit arrest eerder reeds OR 2024-0126). Het HvJ EU verklaart dat de regeling zich niet verzet tegen het Unierecht en dat hiervoor niet van belang is dat diezelfde bestuurder kon bewijzen dat hij te goeder trouw heeft gehandeld. Het HvJ EU plaatst wel de kanttekening dat een bestuurder alle omstandigheden – en niet uitsluitend een situatie van overmacht – moet mogen aanvoeren om aan te tonen dat het niet-nakomen van de meldingsplicht van betalingsonmacht niet aan hem te wijten is. Yaël Boekhout schreef een lezenswaardige samenvatting van dit arrest.
Gerechtshof Den Haag 12 november 2024, OR 2024-0227, Shell Plc, Stichting Milieu en Mens/Milieudefensie c.s.
In deze bekende zaak, samengevat door Hanne Boven, vorderen Milieudefensie c.s. een bevel van de rechter dat Shell verplicht haar CO2-emissies in 2030 met 45% te verminderen ten opzichte van het niveau van 2019. Milieudefensie c.s. stellen dat Shell onrechtmatig handelt indien zij haar CO2-emissie niet met 45% reduceert. Het hof stelt aan de hand van objectieve aanknopingspunten vast dat Shell wel degelijk verplicht is haar CO2-uitstoot te verminderen. Het hof oordeelt dat het hof Shell echter niet kan verplichten de uitstoot met 45% te verminderen. Er is geen wettelijke grondslag op grond waarvan het hof aan Shell, of andere ondernemingen, een specifiek percentage aan CO2-reductie kan opleggen.
Gerechtshof Amsterdam (OK) 12 september 2024, OR 2024-0225, Enquête TAF Asset 11 B.V.
In deze enquêtebeschikking (tweede fase), samengevat door Lot Bakker, verzoekt de vennootschap de OK om vast te stellen dat sprake is van wanbeleid van de vennootschap en dat de (voormalig) bestuurders en de (voormalig) meerderheidsaandeelhouders en diens bestuurder daarvoor verantwoordelijk zijn. Ook wordt verzocht bij voorziening de huidige bestuurder van de vennootschap te ontslaan, de tijdelijke aanstelling van de aangestelde OK-bestuurder en de tijdelijke overdracht ten titel van beheer van de aandelen van de huidige meerderheidsaandeelhouder te verlengen voor de duur van (vooralsnog) twee jaar, en de besluiten van de algemene vergadering tot verlening van décharge aan het voormalig bestuur te vernietigen. De OK oordeelt dat uit het onderzoeksverslag is gebleken van wanbeleid en dat de (voormalig) bestuurders en de (voormalig) meerderheidsaandeelhouders daarvoor verantwoordelijk zijn en wijst de gevraagde voorzieningen toe. De OK veroordeelt hen bovendien in de onderzoeks- en proceskosten.
Gerechtshof Amsterdam (OK) 24 oktober 2024, OR 2024-0228, Marrobel B.V. c.s./Natuurbouw Realisatie B.V. c.s.
In deze enquêteprocedure, samengevat door Gideon Prakke, stelt de OK op verzoek van de vennootschap en haar (destijds) enig aandeelhouder vast dat sprake is van wanbeleid bij de vennootschap in de onderzoeksperiode en dat haar (indirect) bestuurders daarvoor verantwoordelijk zijn. De OK stelt vast dat blijkens de gegevens van het onderzoeksverslag sprake was van onzorgvuldig handelen van het bestuur, mede gegeven tegenstrijdige belangen, en gebrek aan transparantie jegens de aandeelhouder. In combinatie met het ontbreken van een deugdelijke administratie, van tijdige deponering van de jaarrekeningen en van de vastlegging van het bestuurlijk handelen, kan dit worden aangemerkt als wanbeleid waarvoor de bestuurders verantwoordelijk zijn. De OK veroordeelt hen bovendien in de onderzoeks- en proceskosten.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Wij wensen u fijne feestdagen en een gelukkig nieuwjaar.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hof van Justitie van de Europese Unie
Hof
- Gerechtshof Den Haag Milieudefensie c.s. vorderen een bevel van de rechter dat Shell verplicht haar CO2-emissies in 2030 met 45% te verminderen ten opzichte van het niveau van 2019. Milieudefensie c.s. stellen dat Shell onrechtmatig handelt indien zij haar CO2-emissie niet met 45% reduceert. Het hof heeft aan de hand van objectieve aanknopingspunten vastgesteld dat Shell wel degelijk verplicht is haar CO2-uitstoot te verminderen. Het hof oordeelt dat het hof Shell echter niet kan verplichten de uitstoot met 45% te verminderen. Er is geen wettelijke grondslag op grond waarvan het hof aan Shell, of andere ondernemingen, een specifiek percentage aan CO2-reductie kan opleggen. 12-11-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een curator stelt de (middellijk) bestuurder van een failliete vennootschap aansprakelijk voor het boedeltekort. Er is sprake van schending van de administratie- en publicatieplicht. De rechtbank wees de vordering toe en het hof laat die beslissing in stand. Een andere belangrijke oorzaak voor het faillissement van de keukenzaak is niet aannemelijk. Er is geen reden voor matiging van het bedrag waarvoor de bestuurder en de indirecte bestuurder aansprakelijk zijn. 12-11-2024
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. In deze enquêteprocedure stelt de OK op verzoek van Marrobel en haar (destijds) enig aandeelhouder vast dat sprake is van wanbeleid bij Marrobel in de periode 2012-2017 en dat haar (indirect) bestuurders daarvoor verantwoordelijk zijn. De OK stelt vast dat sprake was van onzorgvuldig handelen van het bestuur en gebrek aan transparantie jegens de aandeelhouder, blijkens de gegevens van het onderzoeksverslag. In combinatie met het ontbreken van een deugdelijke administratie, tijdige deponering van de jaarrekeningen en de vastlegging van bestuurlijk handelen, kan dit worden aangemerkt als wanbeleid waarvoor de bestuurders verantwoordelijk zijn. De OK veroordeelt hen bovendien in de onderzoeks- en proceskosten. 24-10-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In deze kortgedingprocedure wordt gevorderd om (i) een Stak-bestuurder te gebieden om af te treden en een nieuwe bestuurder van de Stak in te (doen) schrijven, (ii) Stak en de Stak-bestuurder te gebieden de volledige administratie van de Stak over te dragen aan de opvolgend bestuurder van de Stak en (iii) de Stak-bestuurder te verbieden om een besluit te nemen of een verzoek in te (doen) dienen strekkende tot ontbinding van de Stak. Het hof overweegt dat (i) appellant onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de Stak-bestuurder af dient te treden op basis van de gemaakte afspraken in een hoofdlijnenovereenkomst, (ii) de gehoudenheid om de volledige administratie over te dragen aan een opvolgend bestuurder al uit de wet volgt en (iii) dat appellant geen belang heeft bij toewijzing van de derde vordering omdat het verzoek al is ingediend en intrekking daarvan niet is gevorderd. 17-09-2024
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Tweede fase. De vennootschap verzoekt de OK om vast te stellen dat er sprake is van wanbeleid van de vennootschap en dat de (voormalig) bestuurders en de (voormalig) meerderheidsaandeelhouders en diens bestuurder daarvoor verantwoordelijk zijn. Ook wordt verzocht bij voorziening de huidige bestuurder van de vennootschap te ontslaan, de tijdelijke aanstelling van de aangestelde OK-bestuurder en de tijdelijke overdracht ten titel van beheer van de aandelen van de huidige meerderheidsaandeelhouder te verlengen voor de duur van (vooralsnog) twee jaar, en de besluiten van de algemene vergadering tot verlening van décharge aan het voormalig bestuur te vernietigen. De OK oordeelt dat uit het onderzoeksverslag is gebleken van wanbeleid en dat de (voormalig) bestuurders en de (voormalig) meerderheidsaandeelhouders daarvoor verantwoordelijk zijn en wijst de gevraagde voorzieningen toe. 12-09-2024
- Gerechtshof Amsterdam Een vereniging biedt haar leden via een lidmaatschap het recht om een woonruimte te huren. Een van de leden huurt geruime tijd een woonruimte via deze weg, maar op enig moment wordt zijn lidmaatschap door de vereniging beëindigd. Omdat het huren van de woonruimte is verbonden aan het lidmaatschap, vordert de vereniging in kort geding ontruiming van de door het lid gehuurde woonruimte. Deze vordering wordt door de voorzieningenrechter toegewezen. In hoger beroep wordt de uitspraak van de voorzieningenrechter bekrachtigd. Later vordert het lid in een aparte bodemprocedure verklaring voor recht dat het besluit tot beëindiging van zijn lidmaatschap nietig is, omdat het besluit niet met de op grond van de statuten vereiste meerderheid (9 van de 10 stemmen) is genomen. Deze vordering wordt door de rechtbank toegewezen. De vorderingen tot verklaring voor recht dat de uitgebrachte dagvaarding en het vonnis in kort geding ook nietig zijn, worden door de rechtbank afgewezen. De rechtbank overweegt dat een onbevoegde vertegenwoordiging van de vereniging niet leidt tot nietigheid van de dagvaarding, maar dat dit zich moet oplossen in een niet-ontvankelijkverklaring of afwijzing van de vordering. Indien dit ten onrechte achterwege is gebleven, is vernietiging in hoger beroep de aangewezen weg, aldus de rechtbank. Omdat de onderhavige procedure echter geen hoger beroep is tegen het vonnis in kort geding, wordt de vordering tot verklaring voor recht ten aanzien van de nietigheid van de dagvaarding en het vonnis in kort geding afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis in eerste aanleg. 27-08-2024
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Een curator stelt de voormalig bestuurder van een gefailleerde onderwijsinstelling aansprakelijk op verschillende grondslagen. Daarvan wordt de Peeters/Gatzen-vordering deels toegewezen. De bestuurder treft een ernstig verwijt als gevolg van onverantwoorde betalingen. De bestuurder heeft onrechtmatige betalingen gedaan aan de stichting van zijn dochter, waardoor de gezamenlijke schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden zijn benadeeld. 13-11-2024
- Rechtbank Noord-Nederland De aanvrager van een faillissement van een vennootschap die anderhalf jaar eerder reeds was ontbonden, heeft geen misbruik gemaakt van zijn bevoegdheid met de aanvraag. Er was naar het oordeel van de rechtbank mogelijk actief in de vorm van een bestuurdersaansprakelijkheidsvordering. De curator is, vanwege zijn bevoegdheden, beter in staat om onderzoek te doen naar bestuurdersaansprakelijkheid en verhaalsmogelijkheden op de bestuurder. 06-11-2024
- Rechtbank Den Haag Een aandeelhouder vordert omzetting en op naam stelling door de vennootschap van zijn aandelen aan toonder in aandelen op naam. De vennootschap stelt echter dat dit recht op grond van de statuten is verjaard. De rechtbank oordeelt dat, omdat de oorspronkelijke aandelen op grond van de wet zijn overgegaan op de vennootschap, er op dat moment van rechtswege een nieuw recht voor de aandeelhouder is ontstaan tot verkrijging van vervangende aandelen. Nu er een nieuw recht is ontstaan, komt geen betekenis meer toe aan de statutaire bepaling dat de aandelen binnen vijf jaar na de statutenwijziging door de aandeelhouder hadden moeten worden aangeboden. De rechtbank veroordeelt de vennootschap tot levering van deze vervangende aandelen op naam aan de aandeelhouder. 23-10-2024