Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die sinds de vorige nieuwsbrief op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Gerechtshof Amsterdam 21 november 2023, OR 2024-0044, Stichting House of Ezra Worldwide Ministry Messiah Congress/Oud-penningmeester
Een oud-penningmeester van een stichting houdt een aan de stichting toebehorend bedrag van ongeveer € 11.000 in contanten onder zich en weigert dit aan de stichting terug te betalen. De stichting dagvaardt daarop de oud-penningmeester en stelt op grond van onrechtmatige daad een vordering tot terugbetaling van het bedrag in. De vordering wordt in eerste aanleg door de kantonrechter toegewezen. De oud-penningmeester gaat in beroep en voert in essentie twee grieven aan: ten eerste zou de stichting niet bevoegd zijn vertegenwoordigd door de enig overgebleven bestuurder en daarnaast zou de oud-penningmeester een rechtvaardigingsgrond hebben omdat zij als zaakwaarnemer gerechtigd zou zijn het geld onder zich te houden. Het hof gaat niet mee in het betoog van de oud-penningmeester en overweegt dat het bestuur de stichting rechtsgeldig in deze procedure heeft vertegenwoordigd, ook nu dit bestuur uit slechts één persoon is komen te bestaan. Ten aanzien van het beroep op zaakwaarneming oordeelt het hof dat ook hiervan geen sprake kan zijn, nu de oud-penningmeester naar het oordeel van het hof zich niet gerechtvaardigd heeft ingelaten met de behartiging van de belangen van de stichting. Het hof komt tot het oordeel dat alle grieven van de oud-penningmeester niet slagen en bekrachtigt het vonnis in eerste aanleg.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 19 december 2023, OR 2024-0053, Bestuurdersaansprakelijkheid wegens betalingsonwil
Er is in deze zaak sprake van bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW en artikel 2:11 BW ten gevolge van onrechtmatige selectieve betaling. De (in)direct bestuurders wisten of hadden behoren te weten dat de selectieve betaling van crediteuren, het feitelijk staken van de bedrijfsvoering en het prijsgeven van de nog aanwezige vorderingen tot gevolg zou hebben dat de vorderingen van één specifieke crediteur onbetaald zouden blijven en de vennootschap geen verhaal meer zou bieden.
Rechtbank Midden-Nederland 17 januari 2024, OR 2024-0052, Verzet minderheidsaandeelhouder tegen besluit aandelenuitgifte; verrekening stortingsplicht met achtergestelde lening mogelijk volgens contractuele afspraak?
Een minderheidsaandeelhouder vordert bij de rechtbank Midden-Nederland vernietiging van aandeelhoudersbesluiten tot uitgifte van aandelen. De vennootschap en de meerderheidsaandeelhouders vorderen dat de minderheidsaandeelhouder moet meewerken aan de effectuering van de aandelenuitgifte. Partijen strijden over de vraag of de minderheidsaandeelhouder de uitgifteprijs mag voldoen door middel van verrekening met een uitstaande achtergestelde lening. De minderheidsaandeelhouder stelt dat zij daartoe gerechtigd is op basis van afspraken in een tussen partijen geldende vaststellingsovereenkomst. De rechtbank past bij de uitleg van de afspraken in de vaststellingsovereenkomst het Haviltex-criterium toe. De rechtbank wijst de vordering van de minderheidsaandeelhouder toe.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een curator stelt een stichting als bestuurder aansprakelijk. In eerste aanleg wijst de rechtbank de vordering af, waarna de curator in hoger beroep gaat. Lopende deze procedure verzoekt de curator een voorlopig getuigenverhoor. Vanwege de belangen van de bestuurder, de lange periode die is verstreken sinds de faillietverklaring van de rechtspersonen in 2015, de duur van de procedure en het feit dat de curator eerdere mogelijkheden om getuigen te horen niet heeft benut, wijst het hof het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor af wegens strijd met de goede procesorde. 20-02-2024
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Een groep kampt met een acuut liquiditeitstekort, maar de bestuurders en aandeelhouders van de groep zijn het niet eens over de wijze waarop in die liquiditeitsbehoefte moet worden voorzien. Daardoor vindt geen vruchtbaar overleg meer plaats en is een impasse ontstaan in het bestuur en de algemene vergadering van aandeelhouders. De OK beveelt een onderzoek naar de gang van zaken en treft onmiddellijke voorzieningen, namelijk benoeming van onafhankelijke bestuurders en de overdracht van aandelen ten titel van beheer. 09-02-2024
- Gerechtshof Amsterdam Een curator stelt de bestuurder van een failliete groothandel aansprakelijk voor het boedeltekort en doet daarbij een beroep op schending van de administratieplicht. De bestuurder slaagt erin het bewijsvermoeden van artikel 2:248 lid 2 BW te weerleggen door andere feiten en omstandigheden naar voren te brengen die een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. Het is daarom niet langer noodzakelijk dat met behulp van een deskundige wordt vastgesteld of inderdaad sprake is van een schending van de wettelijke administratieplicht (art. 2:10 BW). 19-12-2023
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Er is in deze zaak sprake van bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW en artikel 2:11 BW ten gevolge van onrechtmatige selectieve betaling. De (in)direct bestuurders wisten of hadden behoren te weten dat de selectieve betaling van crediteuren, het feitelijk staken van de bedrijfsvoering en het prijsgeven van de nog aanwezige vorderingen tot gevolg zou hebben dat de vorderingen van één specifieke crediteur onbetaald zouden blijven en de vennootschap geen verhaal meer zou bieden. 19-12-2023
- Gerechtshof Amsterdam Een oud-penningmeester van een stichting houdt een aan de stichting toebehorend bedrag van ongeveer € 11.000 in contanten onder zich en weigert dit aan de stichting terug te betalen. De stichting dagvaardt daarop de oud-penningmeester en stelt op grond van onrechtmatige daad een vordering tot terugbetaling van het bedrag in. De vordering wordt in eerste aanleg door de kantonrechter toegewezen. De oud-penningmeester gaat in beroep en voert in essentie twee grieven aan: ten eerste zou de stichting niet bevoegd zijn vertegenwoordigd door de enig overgebleven bestuurder en daarnaast zou de oud-penningmeester een rechtvaardigingsgrond hebben omdat zij als zaakwaarnemer gerechtigd zou zijn het geld onder zich te houden. Het hof gaat niet mee in het betoog van de oud-penningmeester en overweegt dat het bestuur de stichting rechtsgeldig in deze procedure heeft vertegenwoordigd, ook nu dit bestuur uit slechts één persoon is komen te bestaan. Ten aanzien van het beroep op zaakwaarneming oordeelt het hof dat ook hiervan geen sprake kan zijn, nu de oud-penningmeester naar het oordeel van het hof zich niet gerechtvaardigd heeft ingelaten met de behartiging van de belangen van de stichting. Het hof komt tot het oordeel dat alle grieven van de oud-penningmeester niet slagen en bekrachtigt het vonnis in eerste aanleg. 21-11-2023
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Tussen twee (indirecte) bestuurders (tevens (indirecte) aandeelhouders) van een holding zijn de verhoudingen ernstig verstoord. Hierdoor is een onwerkbare situatie binnen de holding en de dochtervennootschap ontstaan. Verzoeksters verzoeken een enquête naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschapen. De OK beveelt een onderzoek en benoemt een bestuurder met beslissende stem en een beheerder van de aandelen. 05-09-2023
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Bij de uittreding van een aandeelhouder, moet de aandeelhouder zijn aandelen in de vennootschap verplicht overdragen aan de medeaandeelhouders. De aandeelhoudersovereenkomst bevat de formule voor de waardering van de aandelen. Deze uittredende aandeelhouder vordert dat de stille reserves wel moeten worden betrokken bij de waardebepaling. Het hof gaat hierin mee, omdat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om bij de berekening van de waarde van aandelen de formule onverkort toe te passen, omdat er omstandigheden zijn waardoor het onaanvaardbaar is om een negatieve rentabiliteitswaarde te hanteren bij de berekening van de waarde van de aandelen, aangezien hierdoor een drukkend effect op de waarde van de aandelen plaatsvindt en geen reële prijsbepaling bestaat. 25-07-2023
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant De curator van een stichting stelt twee bestuurders en een feitelijk beleidsbepaler aansprakelijk voor het tekort in het faillissement. De rechtbank overweegt dat niet is voldaan aan de administratieplicht van artikel 2:10 BW. Een boekhouding is niet bijgehouden en afspraken met de belangrijkste partner, een vennootschap waarvan de enig aandeelhouder en bestuurder het initiatief heeft genomen tot oprichting van de stichting en door de rechtbank is gekwalificeerd als feitelijk beleidsbepaler, zijn niet vastgelegd. Hierdoor bestond bij het bestuur onduidelijkheid over de rechten en verplichtingen van de stichting. Dat kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement, is niet weerlegd. De bestuurders van de stichting hebben zich te veel laten leiden door de belangen van de gelieerde vennootschap en te weinig oog gehad voor de risico’s waaraan de stichting werd blootgesteld. In de vrijwaringszaak stelt de rechtbank de draagplicht van de feitelijk beleidsbepaler vast op 50%, terwijl de draagplicht voor de bestuurders elk 25% bedraagt. 14-02-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Een minderheidsaandeelhouder vordert bij de rechtbank Midden-Nederland vernietiging van aandeelhoudersbesluiten tot uitgifte van aandelen. De vennootschap en de meerderheidsaandeelhouders vorderen dat de minderheidsaandeelhouder moet meewerken aan de effectuering van de aandelenuitgifte. Partijen strijden over de vraag of de minderheidsaandeelhouder de uitgifteprijs mag voldoen door middel van verrekening met een uitstaande achtergestelde lening. De minderheidsaandeelhouder stelt dat zij daartoe gerechtigd is op basis van afspraken in een tussen partijen geldende vaststellingsovereenkomst. De rechtbank past bij de uitleg van de afspraken in de vaststellingsovereenkomst het Haviltex-criterium toe. De rechtbank wijst de vordering van de minderheidsaandeelhouder toe. 17-01-2024
- Rechtbank Amsterdam Ten behoeve van een aandelenoverdracht worden verschillende overeenkomsten gesloten. Ingevolge de overeenkomsten is koper aan verkoper verschillende bedragen verschuldigd. Koper laat betaling na, en daarom vordert verkoper nakoming van de overeenkomsten. Koper vordert daarentegen onder andere vernietiging van de overeenkomsten wegens bedrog en/of dwaling aan de zijde van verkoper en het niet meewerken aan een deugdelijke overdracht door verkoper. De rechtbank is van oordeel dat verkoper geen onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven, noch dat zij zich onvoldoende heeft ingezet voor de overdracht van lopende zaken aan de koper. De vorderingen van koper worden afgewezen, de vorderingen van verkoper gedeeltelijk toegewezen. 22-11-2023
- Rechtbank Noord-Holland De curator van een failliete bv stelt de bestuurder, tevens indirect aandeelhouder, aansprakelijk voor het tekort dat is ontstaan als gevolg van een onverantwoorde dividenduitkering waaraan de bestuurder goedkeuring had verleend. De vordering op grond van artikel 2:216 lid 3 BW wordt door de rechtbank toegewezen. De bestuurder had zijn goedkeuring aan het besluit moeten onthouden. 07-07-2021