Naar boven ↑
4.202 resultaten

Rechtspraak

OR 2024-0229

Vereniging Ruimschoots/geroyeerd lid

Een vereniging biedt haar leden via een lidmaatschap het recht om een woonruimte te huren. Een van de leden huurt geruime tijd een woonruimte via deze weg, maar op enig moment wordt zijn lidmaatschap door de vereniging beëindigd. Omdat het huren van de woonruimte is verbonden aan het lidmaatschap, vordert de vereniging in kort geding ontruiming van de door het lid gehuurde woonruimte. Deze vordering wordt door de voorzieningenrechter toegewezen. In hoger beroep wordt de uitspraak van de voorzieningenrechter bekrachtigd. Later vordert het lid in een aparte bodemprocedure verklaring voor recht dat het besluit tot beëindiging van zijn lidmaatschap nietig is, omdat het besluit niet met de op grond van de statuten vereiste meerderheid (9 van de 10 stemmen) is genomen. Deze vordering wordt door de rechtbank toegewezen. De vorderingen tot verklaring voor recht dat de uitgebrachte dagvaarding en het vonnis in kort geding ook nietig zijn, worden door de rechtbank afgewezen. De rechtbank overweegt dat een onbevoegde vertegenwoordiging van de vereniging niet leidt tot nietigheid van de dagvaarding, maar dat dit zich moet oplossen in een niet-ontvankelijkverklaring of afwijzing van de vordering. Indien dit ten onrechte achterwege is gebleven, is vernietiging in hoger beroep de aangewezen weg, aldus de rechtbank. Omdat de onderhavige procedure echter geen hoger beroep is tegen het vonnis in kort geding, wordt de vordering tot verklaring voor recht ten aanzien van de nietigheid van de dagvaarding en het vonnis in kort geding afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis in eerste aanleg.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 27-08-2024