Onrechtmatige daad en groepsaansprakelijkheid bestuurder en zijn dochter
Een bestuurder wendt gelden die worden beheerd door de stichting, afkomstig van obligatiehouders, niet aan ten behoeve van de met de obligatiehouders overeengekomen doeleinden, maar leent de gelden uit/maakt deze over aan partijen gelieerd aan de bestuurder zelf. Zijn dochter speelt daarbij ook een rol, nu zij constateerde dat onjuiste overboekingen zijn gedaan, maar hiervoor welbewust haar ogen sloot. Er is sprake van een onrechtmatige daad zijdens de bestuurder op grond van artikel 2:9 BW en artikel 6:162 BW. Ook de dochter is aansprakelijk, namelijk op grond van groepsaansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:166 BW.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 05-09-2023