Jaarrekeningprocedure Olympus Investment Midco B.V.

De belangrijkste financier van een groep verzoekt de OK de moedervennootschap te bevelen haar jaarrekening in te richten met een toelichting op de kortlopende schulden, bestaande uit geïnde abonnementsgelden terwijl daarvoor geen tegenprestatie is verricht door de vennootschap, en de herclassificatie van deze kortlopende schulden in een voorziening en de gedeeltelijke vrijval van de voorziening. De OK oordeelt dat de jaarrekening in ernstige mate tekortschiet in het geven van toelichting. De vennootschap dient op de balans de rubricering van de kortlopende schulden toe te lichten en een toelichting op te nemen van de herclassificatie van de kortlopende schulden in een voorziening en de gedeeltelijke vrijval van deze voorziening.

Enquête Gavanie B.V.

Binnen het bestuur en de algemene vergadering van een familiebedrijf is door verstoorde verhoudingen een impasse ontstaan. Verzoekers zijn de kinderen van de inmiddels overleden oprichter; zij zijn de certificaathouders en (voormalig) bestuurders van zowel de bv als de STAK. Zij verzoeken gezamenlijk bij wijze van onmiddellijke voorziening onder meer een OK-bestuurder te benoemen, die eraan bijdraagt dat de jaarrekening wordt vastgesteld, tot dividenduitkering wordt besloten, een dividendbesluit wordt geformuleerd en een werkbare governance tot stand komt. De OK wijst de verzoeken toe.

Feitelijk bestuurder van een apotheek is aansprakelijk voor het boedeltekort

De curator van een gefailleerde apotheek stelt de echtgenoot van de apotheker (die niet meer in staat was om bestuurstaken uit te voeren) aansprakelijk voor het boedeltekort, nu de echtgenoot zou zijn benoemd als formeel bestuurder dan wel zich als bestuurder van de apotheek heeft gedragen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de echtgenoot noch formeel bestuurder noch feitelijk beleidsbepaler is geweest en heeft alle vorderingen van de curator afgewezen. In hoger beroep wijst het hof de vorderingen van de curator alsnog toe. De echtgenoot is door de algemene vergadering belast met het bestuur wegens ontstentenis van de apotheker en heeft voor het overige feitelijk het beleid (mede) bepaald. Het bestuur heeft de administratie- en publicatieplicht geschonden, hetgeen een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest, en daarmee is de echtgenoot aansprakelijk voor het boedeltekort.

Aansprakelijkheid van (voormalig) bestuurder en feitelijk leidinggevende van B&A Holding B.V. op vordering van de curator

Op vordering van de curator van een failliete bv wordt zowel de (voormalig) bestuurder als een feitelijk leidinggevende op grond van artikel 2:248 BW door het hof aansprakelijk gehouden voor het boedeltekort. Ten aanzien de bestuurder wordt het bedrag gematigd, omdat hij in tijd beperkt bestuurder is geweest. Een beroep op de pauliana ten aanzien van de partner van de feitelijk leidinggevende slaagt.

Verplichting tot levering van aandelen op grond van een optie onder opschortende voorwaarden

Dit arrest bevat uitspraken in drie procedures tussen gelieerde partijen. Partijen werken samen bij de ontwikkeling van een innovatief product. Hierbij wordt een optie tot levering van aandelen aan de bestuurders verstrekt, waarvoor opschortende voorwaarden gelden. Partijen strijden vervolgens over de interpretatie van deze optie. Het hof beslist dat de opschortende voorwaarden zijn vervuld en dat de optie terecht is uitgeoefend. Het hof wijst de vordering van appellante tot teruglevering van de aandelen af. Het hof wijst ook de vordering in het incidentele appel van de bestuurders om meer aandelen te leveren, af.

Schorsing en ontslag directie Stichting Pakhuis de Zwijger

De raad van toezicht van een stichting schorst een bestuurder en heeft ontslag aangevraagd van een leidinggevende, echtgenote van de bestuurder. Beide leden van de directie vorderen ongedaanmaking van dit ontslagbesluit en intrekking van de ontslagaanvraag. De voorzieningenrechter oordeelt dat de raad van toezicht adequaat heeft gereageerd op berichtgevingen van grensoverschrijdend gedrag door de bestuurder en dat er geen redenen zijn om de besluiten ongedaan te maken. Ook het gevorderde publicatieverbod van een rapport naar de werkcultuur wordt afgewezen.

Bestuurder van Stichting derdengeldrekening (Incasso & Juridische Dienstverlening B.V.)/Cliënt

Een cliënt geeft opdracht aan een incassobureau om namens hem gelden te incasseren. Deze gelden komen terecht op de derdengeldenrekening van het incassobureau. Het incassobureau houdt vervolgens op te bestaan, waarna het incassobureau een gepretendeerde vordering op de cliënt cedeert aan de stichting (beheerder) van de derdengeldenrekening. De stichting gaat vervolgens over tot verrekening van deze vordering met de geïncasseerde gelden. De cliënt vordert, onder andere, hoofdelijke betaling van het verrekende bedrag door de bestuurder van het incassobureau en de bestuurder van de stichting, die tevens indirect bestuurder was van het incassobureau. Grondslag voor de vordering is verhaalsfrustratie waarvan de bestuurders een ernstig persoonlijk verwijt zou kunnen worden gemaakt. De rechtbank wijst deze vorderingen toe. Het hof wijst echter enkel de hoofdelijke betaling toe ten aanzien van de bestuurder van de stichting. Het hof komt tot dit oordeel, nu geen sprake was van een overeengekomen verrekeningsbevoegdheid. Daarnaast is geen sprake van een rechtsgeldige cessie van de vordering. Daarmee heeft de bestuurder van de stichting een ongeoorloofde verrekening doorgevoerd en daarmee de betaling van het geïncasseerde bedrag aan de cliënt gefrustreerd. Hiervan kan hem een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt.

Ebels q.q./(Feitelijk) bestuurders van Hermelijntje groep

De curator van een groep van kinderdagverblijven spreekt de statutaire en feitelijke bestuurders aan in verband met kennelijk onbehoorlijk bestuur ex artikel 2:248 BW. De rechtbank wijst de vordering toe. Geen redelijk denkend bestuurder zou toelaten dat onder meer groepsvennootschappen na overname geen eigen bankrekening hadden en dat hun inkomsten werden bijgeschreven op de bankrekening van de koper, dat geen administratie beschikbaar is waaruit blijkt welke transacties plaatsvonden ten behoeve van welke groepsvennootschap en dat geen onderscheid werd gemaakt tussen de verschillende vermogens van de vennootschappen. De curator had daarnaast een bestuursverbod gevorderd ten aanzien van een van de bestuurders, maar heeft deze vordering later ingetrokken.

Curator van Wansinger B.V. (voorheen Intermedium Shoes B.V.)/Bestuurder

De curator van een failliete vennootschap spreekt de bestuurder aan, onder meer op grond van artikel 2:248 BW. De bestuurder zou de administratieplicht en deponeringsplicht hebben verzaakt. De rechtbank komt tot de conclusie dat niet is gebleken dat de administratie niet op orde was. De bestuurder heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de stellingen van de curator. Dit verweer heeft de curator niet kunnen weerleggen, (mede) omdat de fysieke administratie is vernietigd door de partij waar de curator de administratie had opgeslagen. De jaarrekening over het jaar voorafgaand aan het faillissement is wel te laat gedeponeerd. Toch leidt dat niet tot aansprakelijkheid van de bestuurder, omdat hij een andere belangrijke oorzaak van het faillissement weet aan te wijzen, namelijk problemen met een grote klant en bevriezing van het krediet door de bank.

Aansprakelijkheid bestuurder van huurder tegenover verhuurder in verband met turboliquidatie

Een bestuurder komt in verzet tegen een verstekvonnis. Het verstekvonnis blijft grotendeels in stand. De kantonrechter oordeelt dat sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid als gevolg van het middels turboliquidatie ontbinden van vennootschappen die nog beschikten over baten. De bestuurder treft een persoonlijk ernstig verwijt omdat deze, ondanks het bestaan van baten, vereffening achterwege heeft gelaten, terwijl de bestuurder wist of behoorde te weten dat een schuldeiser hierdoor werd benadeeld. Mede van belang is dat de bestuurder de wederpartij niet heeft geïnformeerd over de liquidatie en de bestuurder betalingstoezeggingen heeft gedaan namens de ontbonden vennootschappen. Omdat de baten wél gedeeltelijk zijn aangewend ter voldoening van andere schuldeisers, is sprake van selectieve betaling.