Naar boven ↑
4.207 resultaten

Rechtspraak

OR 2023-0132

Enquête MB-Beheer B.V.

OK; enquête. De twee aandeelhouders van een joint venture proberen zonder succes tot ontvlechting van hun samenwerking te komen. Daarna ontstaat een impasse in de besluitvorming binnen de joint venture. De ene aandeelhouder vraagt aan de andere aandeelhouder (die teven bestuurder is) om een aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen. Dat weigert de bestuurder-aandeelhouder. De aandeelhouder die niet tevens bestuurder van de joint venture is, roept vervolgens zelf een algemene vergadering bijeen op een datum waarvan hij weet dat de bestuurder verhinderd is. Op de agenda voor die vergadering staat niet ondubbelzinnig het ontslag van de bestuurder vermeld. Als de bestuurder-aandeelhouder niet verschijnt, ontslaat de andere aandeelhouder hem als bestuurder en benoemt zichzelf als bestuurder. De beweerdelijk ontslagen bestuurder werkt niet mee aan de overdracht van het bestuur van de joint venture.  Vervolgens verzoekt de aandeelhouder die de algemene vergadering bijeen had geroepen om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken binnen de vennootschap en uitschrijving uit het handelsregister van de (naar zijn zeggen) ontslagen bestuurder van de vennootschap. De OK wijst het verzoek tot een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken binnen de vennootschap toe. De gang van zaken rondom de algemene vergadering vormt naar het oordeel van de OK gegronde reden om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken die een onderzoek rechtvaardigen. De impasse die tussen de aandeelhouders bestaat, zorgt voor een onwerkbare situatie binnen de joint venture. Het oordeel van de OK is niet tevens gestoeld op de weigering om het bestuur over te dragen, omdat er diverse gebreken kleven aan het ontslagbesluit. De OK treft onmiddellijke voorzieningen: de bestuurder wordt geschorst, een onafhankelijke bestuurder wordt benoemd en alle aandelen – op een van beide aandeelhouders na – worden ten titel van beheer overgedragen aan een beheerder.
Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 16-03-2023

Rechtspraak

OR 2023-0131

Enquête Ministerie van Voedingszaken B.V.

OK; enquête. Een aandeelhouder van een besloten vennootschap verzoekt de OK een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van die vennootschap en enkele onmiddellijke voorzieningen te treffen. De twee andere aandeelhouders zijn belanghebbenden in deze procedure. Het belang van de verzoekende aandeelhouder in het kapitaal van de vennootschap is groter dan dat van de twee andere aandeelhouders, maar staat de facto gelijk aan dat van een minderheidsaandeelhouder omdat de twee andere aandeelhouders gezamenlijk optrekken. De twee andere aandeelhouders hebben een nieuwe vennootschap opgericht en zijn doende om de besloten vennootschap materieel te liquideren door de activa over te dragen aan de nieuwe vennootschap. De verzoekende aandeelhouder is van mening dat de vennootschap geen afstand om niet had mogen doen van het enig actief in de vennootschap, niet de uitstoting van de verzoekende aandeelhouder in de algemene vergadering ter stemming had mogen brengen (dit betreft uitstoting via een bijzondere statutaire blokkeringsregeling) en aan de informatieverzoeken van de verzoekende aandeelhouder had moeten voldoen. De OK treft mondeling op de zitting enkele onmiddellijke voorzieningen. Deze onmiddellijke voorzieningen worden in de beschikking ongewijzigd gehandhaafd en de OK wijst het verzoek om een onderzoek toe. Reden voor toewijzing van het enquêteverzoek is onder meer de constatering dat pas om goedkeuring van de algemene vergadering werd gevraagd voor een handeling die de materiële liquidatie van de vennootschap tot gevolg zou hebben (namelijk de inkoop om niet van aandelen in het kapitaal van de dochteronderneming van de vennootschap) op een moment dat die inkoop al plaats had gevonden.
Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 23-02-2023