SGI/A en X B.V.
Bij de beantwoording van de vraag of een lening aan een B.V. is verstrekt ten behoeve van de normale uitoefening van haar bedrijf dient te worden vooropgesteld dat de wetgever met de woorden “mits zij geschiedt ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van die vennootschap” een wezenlijke beperking van de in artikel 1:88 lid 5 BW gemaakte uitzondering op het toestemmingsvereiste heeft beoogd. Nu de geldlening diende als tijdelijke oplossing voor het (nog) niet betalen van een managementfee aan de B.V., en het geleende bedrag (uitsluitend) bedoeld was om gedaagden in staat te stellen loon en onkostenvergoeding te betalen, behoort de rechtshandeling niet tot de rechtshandelingen die in de normale uitoefening van een bedrijf plegen te worden verricht
Rechtbank Gelderland (Locatie Zutphen), 16-05-2012