Bestuurder van een crediteur van failliete Beryl Personeel B.V./Dulack q.q.
Een vennootschap komt in de financiële problemen door een aandeelhoudersruzie. De bestuurder probeert de vennootschap te redden, maar uiteindelijk lukt dat niet en de vennootschap gaat failliet. Een uitlener die personeel heeft uitgeleend aan de vennootschap, gaat zelf ook failliet. De curator q.q. van de uitlener stelt de bestuurder van de vennootschap aansprakelijk wegens voortzetting van de uitleenovereenkomst en het aangaan van een nieuwe overeenkomst met de uitlener, wetende dat de vennootschap die overeenkomst niet na zal kunnen komen en geen verhaal zal bieden voor de dientengevolge geleden schade. Ook verwijt de curator q.q. van de uitlener de bestuurder dat hij hem niet heeft geïnformeerd over de slechte financiële situatie. De rechtbank wijst in eerste instantie de vordering van de curator q.q. toe wegens schending van de Beklamelnorm en veroordeelt de bestuurder van de failliete vennootschap tot betaling van het totaalbedrag van openstaande facturen aan de uitlener. De bestuurder gaat met succes in hoger beroep. Uit verschillende omstandigheden blijkt volgens het hof dat de bestuurder zelf nog vertrouwen had in de kans van slagen van de reddingspoging, onder andere omdat hij nog een lening verstrekt aan de vennootschap en zijn eigen vorderingen op de vennootschap uit hoofde van een management- en een huurovereenkomst niet int. Ook anderen hadden nog vertrouwen, zo blijkt bijvoorbeeld uit de prijs die de compagnon van de bestuurder vraagt voor zijn aandelen en het feit dat er serieuze gesprekken zijn gevoerd met een potentiële nieuwe investeerder. Daarnaast blijkt uit correspondentie dat de bestuurder Beryl wel heeft geïnformeerd over de financiële situatie en Beryl er zelf mee heeft ingestemd om de rechtsverhouding voort te zetten. Hoewel achteraf beschouwd het voortzetten van de onderneming niet de juiste keuze is geweest, kan naar het oordeel van het hof in de gegeven omstandigheden van het geval de bestuurder daarvan geen persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt, gezien de aan een bestuurder toekomende ruimte om een reddingspoging te doen. Het gerechtshof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van de curator q.q. af.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-12-2022