Borsboom q.q./Bestuurders

De curator stelt de bestuurders en feitelijk beleidsbepaler van een failliete vennootschap aansprakelijk voor het faillissementstekort wegens schending van de boekhoud- en deponeringsplicht. De rechtbank wijst de vordering toe. De verwijten aan hun adres zijn van dien aard en ernst dat de rechtbank daarnaast, conform de vordering van de curator, een bestuursverbod voor de duur van vijf jaar oplegt.

Curator/Readen Investment Ltd. c.s.

De curator van een failliete onderneming vordert de hoofdelijke veroordeling van de bestuurders tot betaling van het gehele faillissementstekort. Hoewel een jaarrekening te laat is gedeponeerd, weten de bestuurders zowel in eerste aanleg als in hoger beroep het causaliteitsvermoeden te ontzenuwen. De oorzaak van het faillissement is een gebrek aan liquiditeit als gevolg van een vertrouwensbreuk met de financier die is ontstaan toen bleek dat eerdere bestuurders van de onderneming frauduleus handelden. De verkoop door de huidige bestuurders van een tweetal netwerken onder de marktwaarde heeft niet geleid tot het faillissement van de onderneming. De transactie benadeelt echter wel de schuldeisers en is volgens het hof, en anders dan de rechtbank oordeelde, paulianeus. De bestuurders zijn voor de daardoor ontstane schade aansprakelijk.

Bestuurdersaansprakelijkheid omtrent gestolen goud

Een vennootschap verhuurde kluisruimte. Uit een kluis is goud gestolen ter waarde van tientallen miljoenen euro’s. Als gevolg daarvan hebben klanten hun spullen uit de kluizen gehaald en door hen betaalde borgsommen teruggevraagd, waarop het faillissement van de vennootschap is gevolgd. De curator van de failliete vennootschap stelt de bestuurders aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW dan wel artikel 2:9 BW. De curator verwijt de bestuurders in de eerste plaats dat ze het goud van de klant van wie het gestolen goud was naar een minder goed beveiligde en minder goed verzekerde kluis hebben verplaatst. Dit is volgens de rechtbank niet onbehoorlijk, omdat dit op verzoek van de klant was en de klant voldoende was gewaarschuwd voor de risico’s. Ten tweede zouden de meest elementaire vormen van beveiliging en protocollen niet zijn nageleefd. De rechtbank oordeelt dat, als dit al onbehoorlijk bestuur zou opleveren, onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat het faillissement hierdoor is veroorzaakt. Tot slot verwijt de curator de bestuurders dat zij aanbevelingen van de verzekeraar om de beveiliging te verbeteren niet hebben opgevolgd. De rechtbank overweegt echter dat uit de rapporten van de verzekeraar volgt dat de beveiliging goed was. De aanbevelingen zijn gedaan om de beveiliging nog beter te maken. Het niet opvolgen van de aanbevelingen levert daarom geen onbehoorlijke taakvervulling op. Verder blijkt ook op dit punt niet van causaal verband met het faillissement. De rechtbank wijst de vorderingen van de rechtbank af.

Eigen aangifte faillietverklaring niet-ontvankelijk

Een vennootschap doet eigen aangifte van haar faillissement, maar wordt door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaart. Omdat baten ontbreken, ligt turboliquidatie meer voor de hand.

Geschorste managers/Tismi B.V.

Een werknemer en statutair bestuurder worden om onduidelijke redenen geschorst. In kort geding vorderen zij de opheffing van hun schorsing en toelating tot hun gebruikelijke activiteiten, op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vennootschap niet aannemelijk heeft gemaakt dat de schorsing noodzakelijk was. Aan partijen zijn geen redenen van de schorsing meegedeeld en bovendien is het beginsel van hoor en wederhoor niet toegepast. Het veiligstellen van data en documenten, waarop de vennootschap zich beroept, had ook met een minder verstrekkende maatregel kunnen worden verwezenlijkt. De voorzieningenrechter wijst de vordering toe.

Ontslag statutair directeur

Een statutair directeur wordt vennootschapsrechtelijk ontslagen en stelt dat dit tevens zijn arbeidsrechtelijk ontslag tot gevolg heeft, ondanks andersluidende schriftelijke afspraken en de wens van de werkgever om de directeur als werknemer te behouden. De rechtbank volgt de directeur en veroordeelt de werkgever tot een hoog bedrag aan vergoedingen. In hoger beroep houdt het hof dit oordeel in stand en verhoogt het zelfs de billijke vergoeding. Hoewel partijen over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst andersluidende afspraken hebben gemaakt, is er geen sprake van een van de uitzonderingsgronden volgens de 15-aprilarresten.

STAK Building Capital/Hogedijk Investments B.V.

Een houder van het pandrecht op alle aandelen van een bv verzoekt de voorzieningenrechter om een machtiging om zelf een ava bijeen te roepen en te verstaan dat verzoekster tijdens die vergadering gerechtigd is alle bij de verpande aandelen behorende stemrechten uit te oefenen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe.

Vordering tot vereffening en verdeling van een vof na echtscheiding

Een man en vrouw hebben tijdens hun huwelijk een vennootschap onder firma (‘vof’) opgericht. Er is geen schriftelijke vennootschapsovereenkomst. De man en de vrouw strijden bij hun echtscheiding over de verdeling van de vof. De vrouw vordert bij de rechtbank, zo wordt tijdens de zitting duidelijk, vereffening en verdeling van de vof en medewerking van de man daaraan. De rechtbank geeft uitleg over het verschil tussen de ontbinding, vereffening, verdeling en beëindiging van een vof. De rechtbank stelt vast dat de vof als gevolg van gedragingen van partijen is ontbonden en gelast de vereffening en verdeling van de vof.

Milieudefensie e.a./Royal Dutch Shell PLC

Diverse milieuorganisaties dagvaarden de tophoudstermaatschappij van de Shell-groep en betogen dat op haar de verplichting rust om via het concernbeleid dat zij bepaalt voor de Shell-groep, bij te dragen aan het voorkomen van gevaarlijke klimaatverandering. De rechtbank beveelt Shell om de aan haar bedrijfsactiviteiten en de door haar verkochte energie dragende producten verbonden CO2-emissies naar de atmosfeer (Scope 1, 2 en 3) zodanig te (doen) beperken dat dit volume aan het eind van het jaar 2030 ten minste zal zijn verminderd met netto 45% in vergelijking met het niveau van het jaar 2019.

Enquête Monitor Management B.V. en SmartVital B.V.

OK; enquête. Tweede fase enquêteprocedure. Na de eerdere opdracht van de OK aan de tijdelijk bestuurder en beheerder van de aandelen om tot ontvlechtingsplan te komen, treedt de tijdelijk bestuurder af. Een nieuwe tijdelijk bestuurder wordt door de OK aangewezen. De OK stelt in de onderhavige beschikking vast dat de – in een voorgaande beschikking – aan de vennootschappen opgelegde vrijwaringsverplichtingen ten gunste van de tijdelijk bestuurder ook gelden voor de opvolgend tijdelijk bestuurder en eventueel nog te benoemen bestuurders en functionarissen in hun hoedanigheid. Het staat de nieuw aangewezen tijdelijk bestuurder daarom vrij om de zekerheid in te richten ter nakoming van de vrijwaringsverplichtingen binnen het door de OK in de eerdere beschikking gestelde kader. Vaststaat dat onder deze vrijheid het openen van een specifieke ‘inzake’-rekening op de derdengeldenrekening van de tijdelijk bestuurder valt.