Schadeloosstellingsprocedure Conservatrix

OK; schadeloosstellingsprocedure. In deze procedure wordt de OK verzocht een aanvullende schadeloosstelling vast te stellen ten aanzien van de aandelen van een onderneming die wegens een probleem met de solvabiliteit van deze onderneming gedwongen zijn overgedragen aan een andere partij. De vraag die beantwoord moet worden, is of de waarde van deze aandelen op de peildatum wel of niet hoger was dan de prijs die ervoor betaald is. Om de waarde van de aandelen te bepalen in het scenario dat de onderneming zou zijn overgenomen door een ander bedrijf, gelast de OK een deskundigenbericht. Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de in dit kader aan de deskundigen te stellen vragen, evenals over de vraag wie als deskundigen zullen worden benoemd.

OOO Promneftstroy/Yukos Capital Limited en Financial Performance Holdings B.V. (bevoegdheidsverweer)

Yukos-zaak. Ter verhaal van vorderingen op een failliete Russische vennootschap wordt door twee schuldeisers conservatoir beslag gelegd op door deze vennootschap gehouden aandelen. De failliete Russische vennootschap houdt op te bestaan. Kan de eis in de hoofdzaak door de schuldeisers worden ingesteld en is de Nederlandse rechter vervolgens op grond van artikel 767 Rv bevoegd over de onderliggende aanspraken te oordelen? De tussengekomen verkrijger van de beslagen aandelen meent van niet. Het hof oordeelt – in lijn met een in tussentijdse cassatie gewezen arrest van de Hoge Raad – dat de tussengekomen partij als enig belanghebbende kan worden aangemerkt, ook al is zij slechts een pretens verkrijger. Door de betrokkenheid van de tussengekomen partij als enig belanghebbende in deze procedure, is de eis in de hoofdzaak ingesteld, waardoor het beslag naar het oordeel van het hof niet is komen te vervallen en de Nederlandse rechter bevoegd is. 

Vereffening Hops VD Vastgoed B.V.

In het faillissement van een bv kunnen alle schulden betaald worden. Voordat het faillissement is geëindigd, verzoekt de curator hem te benoemen tot vereffenaar op grond van artikel 2:23 BW. De rechtbank wijst dit verzoek toe.

Ten Berge q.q./Van den Heuvel Holding B.V. c.s. en Van Nuland Beleggingen B.V. c.s.

Een curator vecht de betaling van management fees door een failliete vennootschap aan indirect bestuurders aan, op grond van onder andere artikel 2:11 BW jo. artikel 6:162 BW, omdat de betalingen volgens de curator kwalificeren als onrechtmatige selectieve betalingen. Het hof overweegt dat de aansprakelijkheid van de bestuurder op grond van artikel 2:11 BW is afgeleid van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon-bestuurder. Aangezien de curator de rechtspersoon-bestuurder niet in de procedure heeft betrokken, kan het hof de primaire aansprakelijkheid niet als uitgangspunt aannemen en/of vaststellen. Om die reden kan van aansprakelijkheid op grond van artikel 2:11 BW van de indirect bestuurders geen sprake zijn.

Borgsteller Alpa-groep/Coöperatieve Rabobank U.A.

Een vennootschap van de Alpa-groep heeft zich borg gesteld voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van enkele andere vennootschappen van de Alpa-groep jegens Rabobank. De enig aandeelhouder en bestuurder van deze borg stellende vennootschap is vervolgens borgsteller in privé voor de nakoming van de verplichtingen van zijn vennootschap. Op enig moment spreekt Rabobank de borgsteller in privé uit dien hoofde aan. Nadien blijkt dat zijn borg stellende vennootschap is ontbonden door middel van een turboliquidatie, zonder medeweten van Rabobank. Rabobank vorderde in eerste aanleg onder meer een verklaring voor recht dat sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid, omdat de turboliquidatie ten onrechte plaatsvond. De rechtbank oordeelde dat sprake was van betalingsonwil aan de zijde van de borgsteller in privé, omdat van deze borgsteller als bestuurder mocht worden verwacht dat hij inzichtelijk maakte dat er geen baten waren. De borgsteller in privé stelt in hoger beroep dat geen sprake is van causaal verband tussen de turboliquidatie en de door Rabobank geleden schade. Het hof oordeelt dat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat sprake was van betalingsonmacht in plaats van betalingsonwil. Het hoger beroep slaagt niet. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.

Oud-bestuurder Dutch Startup Association/Bestuurders Dutch Startup Association

De vorderingen van een ontslagen bestuurslid van een vereniging om hem weer in te schrijven in het handelsregister, hem toegang te verlenen tot de bankrekeningen en tot zijn e-mailaccount van de vereniging worden door de voorzieningenrechter afgewezen. De bestuurder is rechtsgeldig ontslagen en de overige bestuurders zijn rechtsgeldig benoemd.

Enquête Stichting Omroep Limburg - aanwijzing door de raadsheer-commissaris

In het enquêteonderzoek bij Stichting Omroep Limburg (zie ook OR 2021-0194) verzoekt de onderzoeker de raadsheer-commissaris hem op de voet van artikel 2:350 lid 4 BW een aanwijzing te geven tot het inzien van de e-mailboxen van drie medewerkers van de mediaomroep, zonder medeweten van deze medewerkers. De raadsheer-commissaris overweegt dat het onderhavige onderzoek bij een mediaonderneming met extra waarborgen omkleed dient te zijn, indien gegevensdragers zonder medeweten van direct betrokkenen worden geraadpleegd, gegeven het grondrecht van journalistieke bronbescherming. Tegelijkertijd heeft de onderzoeker voldoende zwaarwegende argumenten aangevoerd die inzage rechtvaardigen. De raadsheer-commissaris wenst beide beginselen te waarborgen en doet dat met een gedetailleerd uitgewerkte aanwijzing.

Enquête Atlas Hotel B.V.

OK; enquête. Twee 50%-aandeelhouders/bestuurders raken in een impasse en verwijten elkaar dat zij zich laten leiden door persoonlijke, tegenstrijdige belangen en niet door het vennootschapsbelang. Beide aandeelhouders/bestuurders verzoeken de OK om een onderzoek te gelasten en om als onmiddellijke voorziening een tijdelijk bestuurder te benoemen. De OK is van oordeel dat sprake is van gebrekkig functioneren van het bestuur en gelast een onderzoek. Ook zal de OK een tijdelijk bestuurder benoemen.

Vermunt q.q./N.R. Bouw B.V. c.s.

Een curator vordert veroordeling van de bestuurder van een gefailleerde vennootschap op grond van onbehoorlijk bestuur wegens het niet voldoen aan de boekhoudplicht. Het hof stelt vast dat de curator wel degelijk heeft kunnen beschikken over de administratie van de failliet, waardoor geen sprake is van het niet voldoen aan de boekhoudplicht. Gezien het aanbod van de bestuurder tot betaling voor de overdacht van onderhanden werk aan een gelieerde vennootschap, is tevens geen sprake van onrechtmatig handelen door de bestuurder. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.

W.P. Stewart Holdings Fund Sicav/InsingerGilissen Bankiers N.V.

Een beleggingsfonds spreekt (de rechtsopvolger van) InsingerGilissen Bankiers aan, omdat zij verantwoordelijk zou zijn voor het ten onrechte uitgeven van te veel aandelen in het fonds op de beurs, voor welke aandelen geen koopprijs is betaald. Het hof overweegt dat de vordering is verjaard, omdat de schade reeds in een accountantsonderzoek uit 2004 aan het licht kwam.