Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recente ondernemingsrechtelijke uitspraken.
Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen of om gebruik te maken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!
In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.
Hoge Raad
Bestuurdersaansprakelijk wegens dividenduitkering en verkoop bedrijfsactiviteiten afgewezen
In OR 2017-0002 stelt een crediteur van een gefailleerde vennootschap de gewezen bestuurder aansprakelijk wegens frustratie van betaling en verhaal door het doen van een dividenduitkering en de verkoop van de bedrijfsactiviteiten. De rechtbank en het hof wijzen de vordering af, onder meer omdat de crediteur niet heeft aangetoond dat er meer is uitgekeerd aan dividend dan mogelijk was op grond van artikel 2:216 BW. De Hoge Raad verwerpt, in lijn met de conclusie van A-G Timmerman, het cassatieberoep met toepassing van artikel 81 RO.
In een WCAM-overeenkomst kan ook kwijting worden verleend voor andere vorderingen
In OR 2017-0017 oordeelt de Hoge Raad dat een WCAM-overeenkomst voor effectenleasegeschillen ook algemeen verbindend kan worden verklaard voor zover de gerechtigde daarin kwijting verleent voor andere vorderingen dan die tot schadevergoeding die hij in verband met de onderliggende (effectenlease)overeenkomst zou kunnen hebben.
Opt out-verklaring moet gericht zijn aan de persoon zoals opgenomen in de WCAM-overeenkomst
In OR 2017-0003 gaat de Hoge Raad in op de opt out-regeling die ziet op de WCAM-overeenkomst in de effectenleasegeschillen rondom Dexia (de Duisenberg-regeling). De Hoge Raad oordeelt dat een ‘opt out-verklaring’ in de zin van artikel 7:908 lid 2 BW gericht dient te zijn aan de daartoe in de overeenkomst aangewezen persoon (in casu een notaris). Een opt out-brief verzonden door de advocaat van eisers aan Dexia zelf is dan ook niet aan te merken als een opt out-verklaring. Wel merkt de Hoge Raad op dat het beroep van de partij die zich heeft verbonden tot vergoeding van schade, gezien het feit dat niet op de juiste wijze een ‘opt out’-mededeling is gedaan, onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn.
Zorgplicht bij short straddles geschonden
In OR 2017-0016 oordeelt de Hoge Raad over de vraag of er sprake is van schending van de bancaire zorgplicht wegens het niet waarschuwen voor de specifieke risico’s verbonden aan short straddles. Het hof heeft de vordering van verweerders in cassatie toegewezen, daartoe overwegende dat Van Lanschot de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden nu zij verweerders niet uitdrukkelijk en in niet voor misverstand vatbare bewoordingen heeft gewaarschuwd voor de werking van short straddles en de hieraan verbonden specifieke risico’s. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep met toepassing van artikel 81 RO.
Medezeggenschap in de zorg
In OR 2017-0015 oordeelt de Hoge Raad op het verzoek van een cliëntenraad tot naleving van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstelling. De Hoge Raad oordeelt dat de wet naar zijn tekst en opzet niet verplicht tot het organiseren van medezeggenschap op het niveau waarop daadwerkelijk zorg wordt verleend, en dat het de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaat om te onderzoeken op welk niveau naar huidige maatschappelijke opvattingen cliëntenraden moeten worden ingesteld. Voorts oordeelt de Hoge Raad dat de door de cliëntenraad gemaakte proceskosten voor rekening van de zorgaanbieder komen, ook indien de cliëntenraad in eerste aanleg te dien aanzien niet-ontvankelijk is verklaard.
Hof
Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van selectieve betaling aangenomen
In OR 2017-0018 buigt het Hof Den Bosch zich over de vordering van een crediteur van een gefailleerde vennootschap tegen haar gewezen bestuurder op grond van selectieve betaling. Het hof overweegt dat het voldoen van bijna alle overige grote crediteuren behalve geïntimeerde, terwijl de facturen met de gewezen bestuurder zijn besproken en slechts over een klein deel van de vordering discussie bestond, selectieve betaling oplevert en in het verlengde daarvan een ernstig verwijt. Aan de crediteur wordt opdracht gegeven om zijn stelling te onderbouwen.
Bewijsvermoeden van bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW wegens ontbreken administratie weerlegd
In OR 2017-0020 staat de vordering van de curator tegen de gewezen bestuurders van een gefailleerde vennootschap tot betaling van het boedeltekort centraal. Het Hof Arnhem overweegt dat in het onderhavige geval, waarin een substantieel deel van de administratie niet is aangetroffen en niet is aangeleverd, behoudens tegenbewijs door het bestuur, ervan dient te worden uitgegaan dat de boekhoudplicht is geschonden. Volgens het hof is het bestuur geslaagd in het bedoelde tegenbewijs door voldoende aannemelijk te maken dat, hoewel het bestuur door welke oorzaak dan ook na het uitspreken van het faillissement er niet in is geslaagd de curator in het bezit te stellen van de volledige administratie, door het bestuur in de drie jaar voorafgaand aan het faillissement ter zake van de vennootschap wel een deugdelijke administratie is gevoerd. De curator heeft onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat er geen (deugdelijke) administratie is gevoerd. In het incidenteel appèl slaagt het beroep op verjaring van de vordering op grond van de pauliana.
Bestuurdersaansprakelijkheid wegen frustratie van verhaal afgewezen
In OR 2017-0021 vordert een crediteur van een gefailleerde vennootschap tegen haar gewezen bestuurder voldoening van onbetaald gebleven facturen. Het Hof Arnhem oordeelt dat de crediteur onvoldoende heeft gesteld om te oordelen dat de bestuurder zich schuldig heeft gemaakt aan frustratie van betaling en verhaal. Evenmin is sprake van een vooropgezette overnamestrategie door de vennootschap te failleren en de werkzaamheden voort te zetten in een andere BV.
Ondernemingskamer
Verzoek van de OK-commissaris tot schorsen bestuurder toegewezen
In OR 2017-0023 verzoekt de aangestelde OK-commissaris de OK aanvullende onmiddellijke voorzieningen te treffen. Daaraan heeft hij onder meer ten grondslag gelegd dat door de vertraging die is ontstaan als gevolg van de poging overeenstemming tussen partijen te bereiken het belang van de onderneming verder in het gedrang is gekomen, er sprake is van een krappe liquiditeitssituatie, er grote onrust bestaat en een van de bestuurders bij het nemen van maatregelen om de situatie op te lossen tegenwerking biedt. De OK oordeelt dat in het belang van de onderneming rust dient te worden gecreëerd en dat eenduidige aansturing is vereist, waartoe noodzakelijk is dat de huidige bestuurders van Schoenaker Holding worden geschorst.
Uitbreiden onderzoek wegens ontbreken van belang afgewezen
In OR 2017-0024 wijst de OK een verzoek tot uitbreiding van het enquêteonderzoek bij Hepta G af wegens het ontbreken van belang. Volgens de OK kan in het huidige onderzoek de incompleetheid van de administratie en de oorzaken ervan (de uitbreiding waarom verzocht is) reeds worden meegenomen.
Rechtbank
Ontucht van bestuurder schoolstichting is te kwalificeren als onbehoorlijk bestuur
In OR 2017-0022 wordt een bestuurder van twee (school)stichtingen aansprakelijk gesteld voor de schade die voortvloeit uit het faillissement van de stichtingen. Het faillissement is te wijten aan de sluiting van de stichting wegens een veroordeling van de bestuurder wegens ontucht met een minderjarige leerling. De rechtbank oordeelt dat ontucht van een bestuurder van een schoolstichting te kwalificeren is als onbehoorlijk bestuur en niet is te kwalificeren als privé-handelen. Vanwege de verwevenheid tussen beide stichtingen kan gedaagde tevens een ernstig verwijt worden gemaakt als bestuurder van de andere stichting.
Bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW afgewezen vanwege onbelangrijk verzuim en ontzenuwing van het bewijsvermoeden
In OR 2017-0006 vordert de curator van de gewezen bestuurders betaling van het boedeltekort wegens schending van de boekhoud- en publicatieplicht. De rechtbank acht de boekhoudplicht niet geschonden. Overschrijding van de publicatietermijn met acht dagen merkt de rechtbank aan als een onbelangrijk verzuim, overschrijding van de termijn met 33 dagen echter niet. De Rechtbank Overijssel is echter van oordeel dat deze onbehoorlijke taakvervulling in het licht van de door de bestuurders aangevoerde andere redenen voor het faillissement te verwaarlozen is en daarom geen belangrijk oorzaak is geweest van het faillissement.
Bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW afgewezen vanwege ontzenuwing van het bewijsvermoeden
In OR 2017-0012 vordert de curator tegen de gewezen bestuurder van een failliete vennootschap betaling van het boedeltekort. De rechtbank oordeelt dat de curator de stelling van de bestuurder dat het faillissement is veroorzaakt door sterk tegenvallende verkoopresultaten onvoldoende heeft betwist, zodat de bestuurder het bewijsvermoeden van artikel 2:248 lid 2 BW heeft ontzenuwd.
Mogelijke aansprakelijkheid van de bestuurder wegens dividenduitkering
In OR 2017-0010 staat de vordering tegen de middellijk bestuurder tot schadevergoeding wegens een onterechte dividenduitkering centraal. In het onderhavige tussenvonnis worden partijen in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over de vraag of het dividendbesluit en de uitvoering ervan als een onrechtmatige daad aan de bestuurder kan worden toegerekend.
Middellijk bestuurder bindt dochtervennootschap op grond van (schijn van) vertegenwoordigingsbevoegdheid
In OR 2017-0005 sluit de middellijk bestuurder van een vennootschap een geldleningsovereenkomst waarin de vennootschap als schuldenaar is aangeduid. Wanneer de vennootschap op terugbetaling wordt aangesproken, beroept de vennootschap zich op het ontbreken van wilsovereenstemming. De Rechtbank Rotterdam oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn dat de bestuurder niet de wil heeft gehad de vennootschap te binden. Dat de vennootschap tot voor kort niet op de hoogte was van de lening omdat de middellijk bestuurder haar daarover niet had geïnformeerd, ligt volgens de rechtbank in haar risicosfeer, nu het hier gaat om de interne verhouding tussen de bestuurders van de vennootschap. Voorts oordeelt de rechtbank dat van misbruik van identiteitsverschil geen sprake is.
Toepassing van dezelfde maatstaf voor bestuurdersaansprakelijkheid bij een kapitaalvennootschap bij de aansprakelijkheid van een feitelijk leidinggevende van een commanditaire vennootschap
In OR 2017-0004 wordt een feitelijk leidinggevende/gevolmachtigde van een commanditaire vennootschap persoonlijk aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven loon en emolumenten van een werknemer van de CV. De rechtbank zoekt aansluiting bij het criterium voor de aansprakelijkheid van bestuurders van een besloten vennootschap, en oordeelt dat eiser daartoe onvoldoende heeft gesteld. Evenmin is volgens de Rechtbank Rotterdam sprake van vereenzelviging of misbruik van identiteitsverschil; dat een Engelse vennootschap beherend vennoot is van een Nederlandse CV is geen ongebruikelijke of onlogische constructie, vooral niet als de bedrijfsactiviteiten zich (deels) richten op de Engelse markt.
Faillietverklaring ondanks eerdere ontbinding via turboliquidatie
In OR 2017-0007 is een verzoek ingediend tot faillietverklaring van een reeds via turboliquidatie ontbonden vennootschap. De rechtbank oordeelt dat, aangezien een rechtspersoon ophoudt te bestaan indien er op het moment van ontbinding geen baten meer aanwezig zijn (art. 2:19 lid 4 BW), beoordeeld moet worden of summierlijk is gebleken van een vorderingsrecht, alsmede of er feiten en omstandigheden zijn die voldoende aannemelijk maken dat er nog baten zijn. In de onderhavige rechtszaak wijst de Rechtbank Overijssel het verzoek toe.
Verzet van curator tegen faillissement bij lege boedel ongegrond
In OR 2017-0008 komt de curator in verzet tegen een faillissement op eigen aangifte wegens een (nagenoeg) lege boedel. De rechtbank acht het verzet ongegrond, omdat het gezien de korte verzettermijn en het aantal bestede uren niet aannemelijk is dat de waarnemend curator een deugdelijk onderzoek heeft gedaan naar de vermogenssituatie van de gefailleerde. Daarnaast is de waarnemend curator niet door de rechtbank benoemd en blijkt ter zitting dat zij een tegenstrijdig belang had waarvan de rechtbank niet op de hoogte was gesteld.
Uitkoopprocedure aangehouden in afwachting van het enquêteverzoek
In OR 2017-0013 (Caribische zaak) staat de vordering tot uitkoop van een minderheidsaandeelhouder centraal. Het gerecht in eerste aanleg houdt de uitkoopprocedure aan in afwachting van de uitkomst van het cassatieberoep tegen een afgewezen enquêteverzoek.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Is er sprake van schending van de bancaire zorgplicht wegens het niet waarschuwen voor de specifieke risico’s verbonden aan ‘short straddles’? De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep met toepassing van artikel 81 RO. 16-12-2016
- Hoge Raad Verzoek van een cliëntenraad tot naleving van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstelling. De Hoge Raad oordeelt dat de wet naar zijn tekst en opzet niet verplicht tot het organiseren van medezeggenschap op het niveau waarop daadwerkelijk zorg wordt verleend, en dat het de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaat om te onderzoeken op welk niveau naar huidige maatschappelijke opvattingen cliëntenraden moeten worden ingesteld. Voorts oordeelt de Hoge Raad dat de door de cliëntenraad gemaakte proceskosten voor rekening van de zorgaanbieder komen, ook indien de cliëntenraad in eerste aanleg te dien aanzien niet-ontvankelijk is verklaard. 16-12-2016
- Hoge Raad WCAM-overeenkomst voor effectenleasegeschillen (Duisenberg-regeling). De Hoge Raad oordeelt dat een ‘opt out’-verklaring in de zin van artikel 7:908 lid 2 BW gericht dient te zijn aan de daartoe in de overeenkomst aangewezen persoon. 09-12-2016
- Hoge Raad Vordering van een crediteur van een gefailleerde vennootschap tegen haar gewezen bestuurder; frustratie van betaling en verhaal door dividenduitkering en verkoop van bedrijfsactiviteiten? Rechtbank en hof wijzen de vordering af. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep met toepassing van artikel 81 RO. 09-12-2016
- Hoge Raad De Hoge Raad oordeelt dat een WCAM-overeenkomst voor effectenleasegeschillen ook algemeen verbindend kan worden verklaard voor zover de gerechtigde daarin kwijting verleent voor andere vorderingen dan die tot schadevergoeding die hij in verband met de onderliggende (effectenlease)overeenkomst zou kunnen hebben. 09-12-2016
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. Onvoldoende reden voor twijfel aan juist beleid. Het opzetten van een ingewikkeld administratiesysteem vergt de nodige tijd waardoor de administratie tijdelijk niet op orde kan zijn en ook materiële onjuistheden kan bevatten. 03-01-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Vordering van de erven van een gewezen commanditaire vennoot tot uitbetaling in geld van de hoogte van zijn aandeel in de door hem opgezegde vof. Het hof oordeelt dat de afwikkeling van de vof dient te geschieden op basis van het bepaalde in de vof-akte en er geen gronden aanwezig zijn om de aanspraak van de erven op de naleving van de vof-akte met het oog op redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te achten. 27-12-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. Verhoging onderzoeksbudget (onderzoekswerkzaamheden en tijdsbesteding minnelijk traject) en vaststelling van de vergoeding van de onderzoeker. 23-12-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. Verzoek tot het treffen van aanvullende onmiddellijke voorzieningen. De OK oordeelt dat in het belang van de onderneming rust dient te worden gecreëerd en dat eenduidige aansturing is vereist, waartoe noodzakelijk is dat de huidige bestuurders van Schoenaker Holding worden geschorst. 22-12-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. De OK wijst een verzoek tot uitbreiding van het enquêteonderzoek bij Hepta G af wegens het ontbreken van belang. 20-12-2016
- Gerechtshof Amsterdam Hoger beroep. Kort geding waarin geïntimeerde, de vennoot van een ontbonden en te vereffenen vof, veroordeling vordert van appellant, zijn gewezen medevennoot, tot medewerking aan een deskundigenonderzoek naar aanleiding van twijfels over de juistheid van de door hem gevoerde administratie. Het gerechtshof bekrachtigt de in eerste aanleg uitgesproken toewijzing. 20-12-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. De OK beveelt onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van ADO Den Haag en treft onmiddellijke voorzieningen, waaronder de schorsing van de bestuurder van aandeelhouder UVS, de Chinese zakenman Hui Wang. Onregelmatige stemming over benoeming bestuurders en commissarissen; geen overeenstemming over onderwerpen die voor de continuïteit van ADO van cruciaal belang zijn. 19-12-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. Verzoek van de onderzoeker tot het horen van één of meer getuigen op de voet van artikel 2:352a BW. De OK oordeelt dat het verzoek weliswaar toewijsbaar is, maar dat het bezwaarlijk is om reeds voorafgaand aan de getuigenverhoren die ten overstaan van de Rechtbank Gelderland zullen plaatshebben, een verhoor op de voet van artikel 2:352a BW te doen plaatsvinden. De OK acht het op proceseconomische gronden aangewezen dat de getuigen tevens op de voet van artikel 2:352a BW worden gehoord, eventueel eveneens in de Rechtbank Gelderland. 14-12-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. Gebrekkige financiële administratie en onverklaarbare niet-gedocumenteerde geldstromen zonder rechtsgrond of bestuursbesluit bij het Zaans Stationnetje. De OK wijst het enquêteverzoek en de gevorderde onmiddellijke voorzieningen toe, beveelt een onderzoek, schorst de bestuurders, en benoemt een nieuwe bestuurder. 13-12-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. De OK wijst het enquêteverzoek van een certificaathouder van een familievennootschap af bij gebrek aan gegronde redenen om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van de familievennootschap te twijfelen. De OK overweegt dat, ten aanzien van een familievennootschap in een besloten verhouding, de Nederlandse Corporate Governance Code toepassing mist en er evenmin ruimte bestaat voor reflexwerking. 09-12-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Vordering van een crediteur van een gefailleerde vennootschap tegen haar gewezen bestuurder op grond van selectieve betaling. Het hof overweegt dat het voldoen van bijna alle overige grote crediteuren behalve geïntimeerde, terwijl de facturen met de gewezen bestuurder zijn besproken en slechts over een klein deel van de vordering discussie bestond, selectieve betaling oplevert en in het verlengde daarvan een ernstig verwijt. Volgt bewijsopdracht. 06-12-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vordering van de curator tegen de gewezen bestuurders van een gefailleerde vennootschap tot betaling van het boedeltekort. Het hof overweegt dat in het onderhavige geval, waarin een substantieel deel van de administratie niet is aangetroffen en niet is aangeleverd, behoudens tegenbewijs door het bestuur, ervan dient te worden uitgegaan dat de boekhoudplicht is geschonden. Volgens het hof is het bestuur geslaagd in het bedoelde tegenbewijs en heeft de curator onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat er geen (deugdelijke) administratie is gevoerd. In het incidenteel appèl slaagt het beroep op verjaring van de vordering op grond van de pauliana. 06-12-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Geen schending bancaire zorgplicht jegens zakelijke borg. Het hof overweegt dat de statutair bestuurder geen specifieke concrete feiten en omstandigheden heeft genoemd die de conclusie kunnen staven dat hij het door ABN AMRO voorgenomen uitstel van de afwikkeling van het aan S3&A verleende krediet niet zou hebben willen afwachten en dat hij Wave als borg de schuld van S3&A zou hebben laten voldoen. De verklaring van de statutair bestuurder vormt geen overtuigend bewijs; evenmin dragen de verklaringen van de andere getuigen bij tot het te leveren bewijs. 06-12-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. Verstoorde verhoudingen tussen enig bestuurders en enig aandeelhouders van de vennootschap. De OK wijst het enquêteverzoek toe en treft tevens onmiddellijke voorzieningen. 01-12-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vordering van een crediteur van een gefailleerde vennootschap tegen haar gewezen bestuurder tot voldoening van onbetaald gebleven facturen. Het hof oordeelt dat de crediteur onvoldoende heeft gesteld om te oordelen dat de bestuurder zich schuldig heeft gemaakt aan frustratie van betaling en verhaal. Evenmin is sprake van een vooropgezette overnamestrategie door de vennootschap te failleren en de werkzaamheden voort te zetten in een andere BV. 29-11-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. De OK oordeelt dat er gegronde redenen zijn om aan juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen, maar dat deze in het onderhavige geval het bevelen van een onderzoek niet rechtvaardigen, gelet op een reeds lopende procedure, de eraan verbonden nadelen voor de vennootschap en de risico’s voor de continuïteit van de onderneming. 29-11-2016
- Gerechtshof Amsterdam OK. Medezeggenschap. Reorganisatie van de Stadsbank van Lening in de zin van artikel 16.8 NRGA. Reorganisatieplan voldoet aan artikel 16.2 NRGA. Inhoud adviesaanvraag niet ontoereikend. Gemeente Amsterdam kon in redelijkheid besluiten tot toepassing van het sociaal plan. 23-11-2016
- Gerechtshof Amsterdam OK. Medezeggenschap. Besluit tot sluiting van een onderzoeksfaciliteit. Niet het moment waarop de sluiting als businesscase was uitgewerkt, maar het moment waarop die richting zich als een voldoende reële optie aftekende, was het moment geweest voor een overleg als bedoeld in artikel 24 lid 1 WOR. Nalco kon bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid komen tot het besluit. 17-11-2016
- Gerechtshof Amsterdam Concernenquête. Conflict tussen beide aandeelhouders in en (middellijk) bestuurders van WiSH over de nakoming van een in de aandeelhoudersovereenkomst vervatte goedkeuringsvereiste alsmede de tijdens een buitengewone en gecombineerde AVA genomen besluiten. Langdurige impasse en ontbreken collegiaal bestuur hebben verlammende werking op de bedrijfsvoering en zorgen voor onrust onder het personeel. Gegronde reden om te twijfelen aan juist beleid. De OK beveelt een onderzoek en treft onmiddellijke voorzieningen. 14-11-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. Tweede fase-procedure. De OK oordeelt dat uit het verslag niet gebleken is van wanbeleid. Bedrijfseconomisch beleid en de strategische keuzen van een onderneming behoren tot het domein van het bestuur en de OK gaat slechts met terughoudendheid in op de vraag of het gevoerde ondernemingsbeleid vanuit financieel of commercieel oogpunt onjuist is geweest. De door de bestuurder gemaakte keuzes kunnen die toets doorstaan. 11-10-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. Vennootschap verzoekt ontheffing van een onderzoeker die als advocaat eerder betrokken is geweest bij een geschil waarbij ook een belanghebbende in de huidige enquêteprocedure betrokken was. De OK wijst het verzoek toe, daartoe overwegende dat nu de onderzoeker zelf ontheffing verzoekt, in het midden kan blijven of sprake is van twijfel omtrent diens onpartijdigheid en onafhankelijkheid. 30-09-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquête. Verzoek om de onderzoekskosten dan wel de te verschaffen zekerheid ten laste van de bestuurder van de rechtspersoon te laten komen. De OK oordeelt dat artikel 2:350 lid 3 jo. artikel 353 BW meebrengen dat bij toewijzing van het enquêteverzoek niet kan worden bepaald dat anderen dan de rechtspersoon de kosten van het onderzoek dragen noch dat anderen dan de rechtspersoon zekerheid stellen, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, die zich in het onderhavige geval evenwel niet voordoen. 27-09-2016
- Gerechtshof Amsterdam Vordering tot uittreding op de voet van artikel 2:343 lid 1 BW. De OK overweegt dat het vonnis waartegen dit hoger beroep zich keert een tussenvonnis is, en oordeelt dat er geen goede grond is af te wijken van de regel dat hoger beroep van een tussenvonnis tegelijk met hoger beroep van het eindvonnis moet worden ingesteld, ook als een doorbrekingsgrond wordt gesteld. 24-11-2015
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant Ontucht van bestuurder schoolstichting is te kwalificeren als onbehoorlijk bestuur. 28-12-2016
- Rechtbank Amsterdam Vordering om inzage ex artikel 843a Rv in de documentatie op basis waarvan een kredietovereenkomst tot stand is gekomen. De rechtbank wijst de vordering af omdat eiser de verkeerde rechtspersoon heeft gedagvaard en er geen sprake is van misbruik van identiteitsverschil of van vereenzelviging. 28-12-2016
- Rechtbank Den Haag Persoonlijke aansprakelijkheid voor de bestuurder van een gefailleerde stichting die Europese subsidies aanvroeg, alsmede van de bestuurder van de besloten vennootschap die het feitelijk aanvraagproces van de subsidies verzorgde. 28-12-2016
- Rechtbank Rotterdam In dit kort geding vorderen de werknemers van een stichting die zijn ontslagen naar aanleiding van de insourcing van administratieve diensten wedertewerkstelling en betaling van loon. De voorzieningenrechter oordeelt dat voorshands aannemelijk is dat sprake is van overgang van onderneming, onder meer omdat de desbetreffende activiteiten niet worden onderbroken, activa zijn overgedragen en vrijwel alle klanten zijn overgegaan. 22-12-2016
- Rechtbank Amsterdam Vordering van de curator tegen de gewezen bestuurder van een failliete vennootschap tot betaling van het boedeltekort. De rechtbank oordeelt dat de curator de stelling van de bestuurder dat het faillissement is veroorzaakt door sterk tegenvallende verkoopresultaten onvoldoende heeft betwist, zodat de bestuurder het bewijsvermoeden van artikel 2:248 lid 2 BW heeft ontzenuwd. 07-12-2016
- Rechtbank Rotterdam De middellijk bestuurder van een vennootschap sluit een geldleningsovereenkomst waarin de vennootschap als schuldenaar is aangeduid. Wanneer de vennootschap op terugbetaling wordt aangesproken, beroept de vennootschap zich op het ontbreken van wilsovereenstemming. De rechtbank oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn dat de bestuurder niet de wil heeft gehad de vennootschap te binden. Voorts oordeelt de rechtbank dat van misbruik van identiteitsverschil geen sprake is. 07-12-2016
- Rechtbank Den Haag Gedaagde is in een voorafgaand kort geding veroordeeld om certificaten over te dragen aan eiseressen. Volgens eiseressen kan aan die veroordeling geen uitvoering worden gegeven, omdat de in het dictum van het kortgedingvonnis opgenomen nummering van de certificaten, die uit de overgelegde stukken is overgenomen, onjuist is. De voorzieningenrechter oordeelt dat dit inderdaad een kennelijke verschrijving van partijen is geweest en bepaalt dat alle certificaten overgedragen dienen te worden. 06-12-2016
- Rechtbank Gelderland Vordering tegen middellijk bestuurder tot schadevergoeding wegens een onterechte dividenduitkering. Bij eerder tussenvonnis van 16 maart 2016 (OR 2016-0103) is de bestuurder in de gelegenheid gesteld om bij akte toe te lichten dat hij een afwaardering niet heeft voorzien. In het onderhavige tussenvonnis worden partijen in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over de vraag of het dividendbesluit en de uitvoering ervan als een onrechtmatige daad aan de bestuurder kan worden toegerekend. 30-11-2016
- Rechtbank Overijssel Vordering van de curator tegen gewezen bestuurders tot betaling van het boedeltekort wegens schending boekhoud- en publicatieplicht. De rechtbank acht de boekhoudplicht niet geschonden. Overschrijding van de publicatietermijn met acht dagen merkt de rechtbank aan als een onbelangrijk verzuim, overschrijding van de termijn met 33 dagen echter niet. Niettemin is de rechtbank van oordeel dat deze onbehoorlijke taakvervulling in het licht van de door de bestuurders aangevoerde redenen voor het faillissement te verwaarlozen is en daarom geen belangrijk oorzaak is geweest van het faillissement. 30-11-2016
- Rechtbank Rotterdam Persoonlijke aansprakelijkheid van een feitelijk leidinggevende/gevolmachtigde van een commanditaire vennootschap voor onbetaald gebleven loon en emolumenten van een werknemer van de CV. De rechtbank zoekt aansluiting bij het criterium voor de aansprakelijkheid van bestuurders van een besloten vennootschap, en oordeelt dat eiser daartoe onvoldoende heeft gesteld. Evenmin is volgens de rechtbank sprake van vereenzelviging; dat een Engelse vennootschap beherend vennoot is van een Nederlandse CV is geen ongebruikelijke of onlogische constructie, vooral niet als de bedrijfsactiviteiten zich (deels) richten op de Engelse markt. 25-11-2016
- Rechtbank Gelderland Kort geding tussen de obligatiehouders en het obligatiefonds tot verstrekking van informatie en bescheiden naar aanleiding van een voorgenomen afwikkeling van de obligatielening. De voorzieningenrechter beveelt het obligatiefonds om de gevorderde gegevens en bescheiden te verstrekken. 11-11-2016
- Rechtbank Overijssel Verzoek tot faillietverklaring van een reeds ontbonden vennootschap. De rechtbank oordeelt dat, aangezien een rechtspersoon ophoudt te bestaan indien er op het moment van ontbinding geen baten meer aanwezig zijn (art. 2:19 lid 4 BW), beoordeeld moet worden of summierlijk is gebleken van een vorderingsrecht, alsmede of er feiten en omstandigheden zijn die voldoende aannemelijk maken dat er nog baten zijn. 02-11-2016
- Rechtbank Noord-Holland Een gewezen werknemer vordert betaling van loon en emolumenten op grond van overgang van onderneming. De rechtbank oordeelt dat daarvan geen sprake is, nu diverse werknemers pas na het faillissement bij de andere onderneming in dienst zijn getreden, te verklaren is waarom de nieuwe onderneming in hetzelfde beroepenveld werkzaam is en er weinig materiële activa zijn overgenomen. 19-10-2016
- Rechtbank Limburg Verzet van de curator tegen faillissement op eigen aangifte wegens (nagenoeg) lege boedel. De rechtbank acht het verzet ongegrond, omdat het gezien de korte verzettermijn en het aantal bestede uren niet aannemelijk is dat de waarnemend curator een deugdelijk onderzoek heeft gedaan naar de vermogenssituatie van de gefailleerde. Daarnaast is de waarnemend curator niet door de rechtbank benoemd en blijkt ter zitting dat zij een tegenstrijdig belang had waarvan de rechtbank niet op de hoogte was gesteld. 02-08-2016
Antillen
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Caribische zaak. (Ver)koop aandelen in de Arubaanse Luchtvaart Maatschappij N.V. (‘ALM’). Het gerecht in eerste aanleg stelt eiser in de gelegenheid om zich nader uit te laten over het beroep van gedaagde 2 op opschorting van zijn (laatste) betalingsverplichting en de vraag in hoeverre sprake was van de verplichting om ‘gelijk over te steken’ (HR 11 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7195). 09-11-2016
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Caribische zaak. Vordering tot uitkoop van een minderheidsaandeelhouder. Het gerecht in eerste aanleg houdt de uitkoopprocedure aan in afwachting van de uitkomst van het cassatieberoep tegen een afgewezen enquêteverzoek. 07-11-2016